In het
weiland zie ik vier dunne poten boven het halfhoge gras spartelen. Ze behoren
toe aan een schaap dat op zijn rug ligt. Voor L. is dat de favoriete
slaaphouding, voor een schaap de naderende dood. De ingewanden drukken op de
longen zodat het langzaam stikt.
Een 'verwenteld'
schaap komt nooit zelf overeind. Het is een van de eerste dingen die ik in het
buitengebied leerde. Het verbaast me dat de evolutie daar nooit wat op gevonden
heeft.
Ik loop
de wei in en help het dier overeind. Het doet een plas en alles lijkt weer
zoals het was.
3 okt 2013 – 947
Geen opmerkingen:
Een reactie posten