R. krijgt, omdat ze
achttien is, voor het eerst een stemkaart in de bus. Ze weet niet wat ze ermee
moet. Ik eigenliijk ook niet.
Dat de provincie sinds
mensenheugenis een werkverschaffingsproject voor beroepsbestuurders is, is voor
iedereen die er niet werkt zo klaar als een klontje. Bovendien is elk overheidslichaam
een speeltuin voor subsidiestropers en declaratierommelaars. To put it mildly.
Op 18 maart stemmen we ook
voor het waterschap. Op wie kiezen we en waar gaat om? De burger gelooft het
allemaal wel. Moedeloosheid en berusting zijn de grootste bedreigingen van de
democratie.
Ik ga verder met mijn
boek.
28 feb 2015 – 1438