Al na enkele
bladzijden wist ik dat De algehele
geschiedenis van het denken een boek is om te omarmen. Niet voor een keer,
maar blijvend. Ongekend helder bestrijkt en beschrijft André Klukhuhn het
terrein van wetenschap, kunst en religie.
Dat
begint met de constatering dat de wetenschap eindig is. Neem het begrip
‘ruimte’, waar we figuurlijk en letterlijk steeds verder mee komen. Doorredenerend
komt er een punt dat die ruimte niet meer kan worden bewezen, omdat daarvoor oneindig
veel mensjaren nodig zullen zijn.
Dan
zullen we het moeten doen met de intuïtieve schoonheid van de hypothese, en
wordt wetenschap kunst.
30 juni 2013 – 866