Schrikkelen


Zo’n extra dag in het jaar, dat is elke keer weer even schrikken. Voor een reservedag laat-ie zich dubbel en dwars gelden. Veel mensen plannen hun trouwdag op 29 februari. In sommige culturen mag de dame de heer ten huwelijk vragen. Wordt de wereld daar veel gelukkiger van?
Werkgevers in ieder geval wel, althans als hun werknemers niet massaal op schrikkeldag trouwen. In het arbeidscontract wordt er namelijk geen rekening mee gehouden. Gratis werken voor de baas dus vandaag.
Als ZZB’er(zelfstandige zonder bonus) heb ik daar geen last van. Waar ik mee worstel is een nawinter die nòg langer duurt.


29 feb 2012 – 397

J.J. Voskuil (2)

‘De dingen die dagelijks terugkeren bieden troost omdat ze steeds terugkeren.’ Dat zei J.J. Voskuil ooit in een interview. De minutieuze beschrijvingen in Het bureau zijn voor veel mensen niet om door te komen. Daardoor missen ze een troostrijk boek.
Voskuils stijl in zijn debuutroman Bij nader inzien was gevarieerder. Het is een van de weinige boeken die ik meerdere keren gelezen heb, met de boeken van Arendsoog (waarin NRC-columnist Frits Abrahams een verwantschap met Voskuil bespeurt).
Het bureau was een middel: Voskuil ontdekte zo wie hij was (geweest). Bij nader inzien had een doel: de teloorgang van een vriendschap.

28 feb 2012 – 396

J.J. Voskuil


Tijdens de boekpresentatie van De buurmande laatste postuum verschenen roman van J.J. Voskuil, komt ook zijn echtgenote Lousje aan het woord. ‘Wij hadden echt een fantastisch huwelijk,’ antwoordt zij nog maar weer eens op de zoveelste onbenullige vraag van Hanneke Groenteman over de echtelijke ruzies die veelvuldig in Voskuils boeken opduiken.
Dat huwelijken slagen is vooral te danken aan sleur en gewoonte, wijst onderzoek uit. Voor Voskuil waren de ruzies de opwindende stenen in een verder rimpelloze vijver.
Ooit zag ik hen lopen, de schrijver en zijn vrouw. Op weg naar het station. Kibbelend, zoals in een goed huwelijk.

27 feb 2012 – 395

Vriendloos

‘Ga je in je eentje schaatsen?’ vroeg dochter R. 
‘Ik heb geen vrienden,’ antwoordde ik met een knipoog. Zij zag me al rijden, in een schaatsjack met de tekst ‘Ik ben Bart en heb geen vrienden’.
Dankzij Facebook en 100 Woorden, die de buspost stilaan verdringen, kreeg ik op mijn verjaardag slechts twee kaarten. Eén was van mijn telecomaanbieder. De voorkant: een tafel vol proostende jongelui. De achterkant: ‘Een verjaardag is om samen te vieren. Daarom willen wij u namens iedereen bij T-Mobile van harte feliciteren.’
Samen vieren, namens iedereen, heerlijk! Neem een mobielabonnement en je bent niet langer vriendloos.

26 feb 2012 – 394

Syrië

De zojuist omgekomen journaliste Marie Colvin schrijft in haar laatste reportage hoe de bevolking van de stad Homs onder barre omstandigheden probeert te ontsnappen aan de terreur van het Syrische leger.
‘Fatima is zo getraumatiseerd dat ze geen borstvoeding kan geven en dus kreeg de baby alleen suiker en water. (...) Iedereen had dezelfde vraag op de lippen: waarom heeft de wereld ons in de steek gelaten?’
De wereld, dat zijn wij. Het Syrische volk bloedt onder onze ogen dood. De VN brengt maar weer eens een rapport uit. Onze schuld kan maar op één manier worden vereffend. Ingrijpen, nu!

25 feb 2012 – 393

Lied

Het toneelstuk In ongenade is een aangrijpende verbeelding van het gelijknamige boek van J.M. Coetzee. Gijs Scholten van Aschat schittert als de in ongenade gevallen hoogleraar David Lurie, die met een jonge studente rommelde.
Lurie is een cynicus pur sang, een betweterige man met een uitgesproken oordeel over de taal. ‘Ze zeggen dat taal is uitgevonden om aan elkaar onze diepste gevoelens over te brengen. Maar de taal is ontstaan uit het lied. En het lied is ontstaan uit de behoefte om de stilte te verdrijven met geluid.’
Muzihalvebeten als Lurie doen er goed aan Heinrich Heine te lezen. Hardop.

24 feb 2012 – 392

Schoonmaak

De voorjaarsschoonmaak begint bij ons op het erf. De twee nestkasten in de boomsingel zijn elk jaar bezet. De een zelfs tweemaal als ik mij goed herinner, maar als huistuinenkeukenvogelaar houd ik geen statistieken bij. 
De houten kast is al jaren geboekt door het echtpaar ringmus. In het nest vind ik de resten van twee kuikens. Hoe vaak zou wiegedood voorkomen in het dierenrijk?
Het stenen kastje is populair bij de familie pimpelmees. Aan de kleine hoeveelheid nestmateriaal te zien vermoed ik dat hier geen broedsel tot ontwikkeling is gekomen. 
Ruzie, overspel, echtscheiding, seksmoeheid... vogels hebben ook zo hun relatieperikelen.

23 feb 2012 – 391

‘Ik weet het niet’ (2)

Wislawa Szymborska heeft ‘ik weet het niet’ verwoord in het gedicht Utopia. Het begint zo:
Het eiland waar alles wordt opgehelderd.
Hier kan men op vaste bewijsgrond staan.
Op dit eiland bevinden zich de boom van het Juiste Vermoeden, de boom van het Begrijpen en de bron die Ah Dus Zo Zit Het heet.
Hoe dieper het bos is, des te breder het Dal der Vanzelfsprekendheden.
Maar dan blijkt het eiland onbewoond.
Alsof men hiervandaan alleen vertrekt en onherroepelijk in het diepe onderzinkt. / In een leven dat niet te doorgronden is.
Zonder vaste bewijsgrond, er zit niets anders op.

22 feb 2012 – 390

Bij elkaar!

De boel bij elkaar houden. Dat is het adagium van Job Cohen. Met goed fatsoen kun je daar niets tegen inbrengen. Behalve als je graag de boel uit elkaar laat vallen. Of een meldpunt opent dat grote bevolkingsgroepen wegzet als hardrijdende en skimmende dronkelappen.
Het vertrek van Cohen is een evidente nederlaag voor ‘de’ politiek. Als we in de Tweede Kamer niet meer normaal kunnen doen, delft fatsoen het onderspit. Een volk krijgt de bestuurders die het verdient. 
Wie durft nog in de spiegel te kijken? Timmermans, Samsom of wie ook: de boel bij elkaar houden, daar gaat het om!

21 feb 2012 – 389

‘Ik weet het niet’

‘Ik weet het niet,zei de Poolse dichteres Wislawa Szymborska (1923-2012). Die woorden, uitgesproken na het ontvangen van de Nobelprijs, waren haar het dierbaarst. ‘Naïeve vragen moeten we stellen, vragen die voortkomen uit een verbaasd hoofd.’ De Engelse filosoof Roger Scruton schreef: ‘Antwoorden zijn niet eeuwig, vragen wel.’
De vragensteller neemt het onzekere voor het zekere. De antwoordenverzamelaar geniet van een bevrediging die slechts tijdelijk is. Daarin verschilt hij niet van een junk.
De kunst is om je te verwonderen over het gewone, dat evenzeer ongewoon is. Waarom hangt de bonte specht aan de vetbol en niet aan de pinda’s?

20 feb 2012 – 388

Nawinter

Grijsbruine ijsschotsen liggen wanordelijk over elkaar geschoven. Het schurftige schilderij verbleekt bij de verblindende aanblik van kruiend ijs bij Hindelopen. 
Denkend aan Hindelopen zie ik de ultieme Hollandse properheid voor me. Wieringen is daarbij vergeleken een rommeltje. Een aandoenlijk rommeltje, dat wel.
Tegen het talud van de dijk tracht een koppeltje krokussen zich op te richten tegen de wind. Onbegonnen werk, in de verraderlijke nadagen van de winter. Even vermomt de zon zich als zoete voorjaarsbrenger, om vervolgens de zure noordwester aan te kondigen.
Deze week werd ik 57. Toch kan ik er maar niet aan wennen, aan de nawinter.

19 feb 2012 – 387

Bontekoe

Kom, laat ik het weer eens over de crisis hebben. Lucht je hart, gooi het eruit, durf onder ogen zien: dat is toch wat therapeuten altijd aanbevelen?
‘Nederland vaart in een ruwe zee,’ zegt minister van economische zaken Maxime Verhagen. Volgens mij heeft hij geen economie gestudeerd. Misschien is dat maar beter ook, want economen zijn slechte voorspellers als het om de economie gaat.
In dezelfde Volkskrant lees ik ook: ‘De motoren van de economie zijn stilgevallen.’ In ruwe zee met stilgevallen motoren: als erfgenamen van de scheepsjongens van Bontekoe zit er niets anders op dan de zeilen te hijsen.

18 feb 2012 – 386

Doek! (2)

Het toneelstuk Doek! lijkt deels uit het eigen leven van Maria Goos en Peter Blok te zijn gegrepen. Beiden studeerden af aan de toneelacademie - vroeger zei je toneelschool - in Maastricht. En ongetwijfeld frequenteerden ze toen het kunstenaarscafé de Tribunal.
Die kroeg passeerde ik dagelijks op weg naar de lagere school. ‘s Ochtends ging ik altijd aan de overkant van de straat lopen, zodat ik niet struikelde over de dronkelappen die uit het café vielen.
Toen ik later zelf in de Tribunal kwam, had de kakkineuze elite van Maastricht er het hoogste woord. Voor de drankomzet maakte dat geen verschil.

17 feb 2012 – 385

NS (2)

Dat het doorgronden van de NS niet een stationsfluitje van een cent is, blijkt als er een andere verklaring opduikt over de geringe winterhardheid van het spoor. De dienstregeling zou te ingewikkeld zijn.
En waarom is de dienstregeling te ingewikkeld? Omdat de machinisten geen zin hebben in een ‘rondje om de kerk’. Ik heb nog nooit spoorrails om een kerk zien liggen. Maar ik maak hier wel uit op dat machinisten de werkelijke spoorbazen zijn. Machtiger dan de NS-directeur, de stationschef, de conducteur en de vakbondsbons bij elkaar. Bevroren wissels, verwende machinisten: ik begin te verlangen naar een onbemande zweeftrein.

16 feb 2012 – 384

NS

Sinds ik vaker met de trein ga, probeer ik het wezen dat NS heet te doorgronden. Ik wil weten in welke waagschaal ik mijn leven leg.
Met half Nederland heb ik mij meeverbaasd dat al op de eerste sneeuwdag de dienstregeling vast vroor. Het schijnt dat, sinds het loskoppelen van NS en Prorail, de machinist niet meer de trein uit mag om met z’n spiritusbrandertje de wissels te ontdooien.
De oplossing ligt voor de hand. Gewoon die twee clubs weer aan elkaar koppelen. Alleen vraag ik me af hoe gelukkig dat is, voor de tweede keer trouwen met dezelfde vrouw.

15 feb 2012 – 383

Cito

Terwijl haar vader kriskras door Nederland schaatste, boog N. zich over de Cito-toets. Zonder zenuwen en ouderlijke voorbereiding. ‘Ik was als eerste klaar met rekenen,’ zei ze tot haar eigen verbazing. De meester knikte dat het ermee door kon.
Ik las dat ouders hun kroost al aan het begin van de basisschool prepareren op de Cito. En dan nòg klagen over stress...
Op de Rijksleerschool gingen we geheel toetsloos door het leven. Van de dertig gingen er vijf naar het lyceum. De rapportcijfers waren streng doch rechtvaardig. Juliana was ook slim, maar mocht niet van thuis. Andere tijden, andere ouders.

14 feb 2012 – 382

Dooi

De sneeuw verhult en onthult. Van honderden meters afstand zien we hazen over het land rennen. Voor een niet-jachthond heeft L. stevige aandrang om er achteraan te gaan. Ook al heeft ze inmiddels de wetenschap dat ze met lege poten terugkeert.
Het reuksporenonderzoek is een eenvoudige klus dezer dagen. L. hoeft alleen maar de gele vlekken in de sneeuw op te neuzen om helemaal bij te zijn.
Bij de sloot plukt een buizerd ferm aan een prooi. Voor hem (of haar?) is het te hopen dat 2012 net zo’n goed muizenjaar wordt als vorig jaar. 
Dooi, kom d’r maar in.

13 feb 2012 – 381

Harlingen-Dokkum vv

Op een vaartje buiten Harlingen stappen we op. Niet iets om een elfstedengevoel van te krijgen. Dat ontstaat pas als we dwars door Franeker rijden. In de vrieskou en de prachtige ochtendzon is zelfs de Hel van het Noorden – met de smalle en slecht beijsde Blikvaart – een paradijs.
Bij Bartlehiem staan duizenden mensen op het ijs, alsof de wedstrijdrijders elk moment langs kunnen komen. Over de Dokkummer Ee denderen we naar Dokkum. De hele stad is aan het schaatsen, kletsen en sjansen.
Acht uur en 120 kilometer verder zijn we terug in Harns. Ook het bier was goddelijk.

12 feb 2012 – 380

Kôwd

Een oude dame in klederdracht en op noren zwiert door de Weerribben. Dit is het land van de schaatszusjes Smit. Hier hebben ze het ‘kôwd’ in plaats van koud. Juinen kan niet ver zijn.
De schitterende vijfmerentocht voert onder meer door Giethoorn. Ik moet dan altijd denken aan ‘Beste jongens’, de wekelijkse column van Peter van Straaten, Eelke de Jong en Rijk de Gooijer in Haagse Post. Smakelijke verhalen over drank, lekkere wijven en literatuur, in willekeurige volgorde.
Ooit schaatste ik hier de Hollands Venetiëtocht. Bitter kôwd en doenker, maar wel een belevenis. Verhalen, almaar meer verhalen verzamelt een mens.

11 feb 2012 – 379

Wakwijs

Nederland is verdeeld in schaatsers en niet-schaatsers. Ik hoor opeens bij mensen die niet de mijne zijn.
Neem nou Sybrand van Haersma Buma. Nooit gedacht dat die glibberaal een schaatser was. Hoogstens een kampioen van de scheve schaats die het CDA wakwijs maakt.
Ik moet er niet aan denken. Sybrand die vrolijk door al die natuurgebieden rijdt die Bleker aan het verkloten is. Sybrand die is ingeloot. Sybrand die bij Pauw & Witteman zijn kruisje demonstreert.
Alleen al daarom ben ik blij dat de Elfstedentocht niet doorgaat. Achteraf blijkt Sybrand geveld door een longontsteking. God straft het CDA dubbel.

10 feb 2012 – 378

Balk

Balk is blij. Een beetje heimelijk, maar toch. Het bestuur van de Elfstedentocht heeft de knoop doorgehakt. It giet net oan. En net is niet net maar niet.
Zelfs de zuur kijkende horecaondernemer aan de Luts, die in één dag een rampzalig jaar had kunnen goedmaken, speelde vast een beetje toneel. Balk dreigde namelijk naast de tocht te piesen, en op zo’n moment is de eer belangrijker dan de omzet. Wedden dat de Balkenaren ‘s nachts in heel Friesland de bijl aan het ijs hadden gezet? 
Balk bestempelen tot het lelijke eendje, dat is pas crisis. Vraag het de Grieken.

9 feb 2012 – 377

Genadeloos

De tintelende ochtenzon schijnt over het bevroren wad. Onder de weggewaaide sneeuw is een prachtige ijsvloer tevoorschijn gekomen. L. waagt glibberend haar eerste stapjes. Na de sneeuwdoop de ijsdoop, ons Grieks godinnetje maakt wat mee!
Regelmatig gaat ze liggen om de sneeuwklonten tussen haar tenen weg te likken. Als ik haar help, jankt ze. Daarna holt ze dankbaar weg om de kraaien te verjagen die zich te goed doen aan het karkas van een wulp.
Ik schuif langs de dijkhelling door de diepe sneeuw naar beneden. Dit weekend verongelukte vriend M. in een lawine. Sneeuw en zwaartekracht: een genadeloze combinatie.

8 feb 2012 – 376

IJsclub

De KNSB-vlag wappert fier aan de dijk. IJsclub Westerland heeft haar bestaan weer bewezen. Schaatsbaan het Zoutland is de thuisbasis. Totdat het Amstelmeer berijdbaar is. Dan wordt de hele santekraam verplaatst. De Amstelmeer Marathon behoort immers tot de schaatsklassiekers.
Het mannetje in de schaftkeet controleert de kaarten die al in september aan huis zijn bezorgd. Voor 4 euro kan een gezin een heel seizoen gratis schaatsen. Terwijl ik in mijn binnenzak op zoek ga, gebaart hij al dat ik kan doorlopen. 
Grenzeloos vertrouwen. Zelfs een stedeling als ik zal dat nooit durven beschamen. Anders kun je de dorpsgemeenschap wel opdoeken.

7 feb 2012 – 375

Hemelum

Hemelum is een dorpje even boven Stavoren, met amper 600 inwoners. Ruim voldoende voor een ‘heel actieve ijsvereniging’, meldt een oudere dorpsbewoonster mij trots. Heel Friesland is momenteel actief, en dat is zelfs tot de rayonhoofden doorgedrongen.
Op de Vogelhoek, een natuurmeer van It Fryske Gea, is een ronde van 3 km uitgezet. Op internet was de tocht nauwelijks te vinden, dus er zijn voornamelijk Friezen. En een paar Wieringers, aan de sponsorkleding van een plaatselijk autobedrijf te zien.
De verkeersregelaar op het weiland grijnst van oor tot oor. Als ik het nog niet wist: de schaatshemel is in Hemelum.

6 feb 2012 – 374

Vriendschap

Het natuurijs is nergens betrouwbaar, lees ik. Een echte schaatser laat zich niet kisten. Net als de Amsterdammer die in zijn stad de weg weet, kan mijn Friese neef precies vertellen waar ik moet zijn.
IJsclub ‘De Vriendschap’ in Oudehaske heeft rond het Nannewiid een baan van vijf kilometer uitgezet. Het ijs glijdt geweldig. Wat een vrienden!
Op het koek-en-zopiebankje beland ik tussen twee Heerenveen-fans. Hij: ‘Truus uit Drachten, toch? 
Ik zie je nooit meer.’ Zij: ‘Ik ben tegenwoordig lady-speaker en zit nu boven in het stadion.’ 
Als Ajax-fan houd ik mijn mond. Wij hebben Cruijff en die speelt vals.

5 feb 2012 – 373

Winterparadijs

In drie uur tijd is Wieringen omgetoverd tot een winterparadijs. De door de sneeuw afgedwongen stilte wordt verbroken door kerkklokken. 
Ik denk aan Gurtis, 1968. Het Oostenrijkse bergdorpje telde 150 inwoners, bijna allemaal familie van elkaar. In het eerste huis van het dorp hadden we logies met ontbijt, bij Frau Tiefenthaler. Voor het eerst sliep ik onder een machtig dekbed. De enige skipiste met sleeplift moesten we zelf platstampen.
Ik loop door de maagdelijke sneeuw. Wie zal in mijn voetsporen treden? L. draaft langs de witte sloot. Geen meerkoeten om op te jagen. Haar staart zwiept er niet minder om.

4 feb 2012 – 372

Opwarmertje

De snijdende kou heeft de Waddenzee tot stilstand gedwongen. Tip voor alle waterbeheerders: vorst is dé oplossing tegen het wassende water.
Een futuristische grijs-witte vlakte strekt zich uit tot Den Helder en Texel. ‘Teksel’ zeggen ze hier en taalkundig gezien kan ik hun geen ongelijk geven. We zouden kunnen ijswadlopen, L. en ik, maar dat wil ik haar niet aandoen. Op de tegelvloer in huis glibbert zij al dat het een aard heeft.
Mijn verrekijker hangt nutteloos om de schouder. Geen vogel te bekennen. De voedselbank zit potdicht.  Bij de begraafplaats zingt een heggenmus. Een opwarmertje voor zichzelf en mij.

3 feb 2012 – 371

Doek!

In het hilarische toneelstuk Doek!(Maria Goos) spelen Peter Blok en Loes Luca twee acteurs op leeftijd die na lange tijd weer samen op de planken staan. Hij is een aan lager wal geraakte alcoholist – zij: ‘Werken jouw  smaaktestikels nog?’ – die teert op vergane glorie en wanhopig op zoek is naar een geschikte tegenspeelster. 
Zij woont met een gearriveerde schilderijen-verzamelaar aan de Côte d’Azur en wil hem uit de brand helpen. Mits hij geen druppel meer drinkt.
Na het applaus zie ik achter ons de schrijfster opstaan. Ze ziet eruit als een moeke, maar schrijft als een jonge godin.

2 feb 2012 – 370

Vrijgezel

In de universiteitssteden is een overaanbod aan studentenmeisjes is, lees ik in de krant. Gôh, wat was ik graag in deze tijd studerend geweest. Dat had me heel wat avondjes in discotheek Dansen bij Jansen bespaard. Tijdens de laatste plaat (Hit the Road, Jack) constateerden we elke keer weer dat de vrije meisjes allang waren vertrokken. Eenzaam fietsten we de nacht in. Dapper denkend aan een nieuwe kans.
Voor de oudere vrijgezellen is het een lucratieve tijd. Dat heeft Henk Bleker allang ontdekt. Ruim voor de lente heeft hij z’n groene blaadje. Henk heeft wel degelijk liefde voor de natuur.

1 feb 2012 – 369