Van Dam tot dijk


Iemand moet het doen. De lintjes doorknippen. U en ik kunnen het ook, maar wij worden niet gevraagd en zijn niet hooggeboren. Al wil ik er even op wijzen dat een paar van mijn verre voorouders koning van Engeland zijn geweest. Maar goed, iedereen stamt uiteindelijk wel af van een historische held of pleefiguur.
Ik word er niet koud, warm of oranje van, van de troonswisseling. Mijn ochtendkrant wel. Die lijkt wel een reclamekalender van de gezamenlijke oranjeverenigingen.
Na de balkonscene - ‘Even wuiven misschien,’ oppert prinses Beatrix tegen het koningspaar – eten we een oranje tompouce. Ieder z’n feestje.

30 april 2013 – 805

Gedichtstaren (18)


In ‘Voor vader’ (nr.798) beschrijft Hans Lodeizen de moeizame relatie met zijn vader, als het verschil tussen dag en nacht. Ze zaten in de langzame trein, de nachttrein, terwijl het donker hen dichtsloeg. Ze wisten niet hoe ze elkaar moesten verstaan. Hun gesprek stokte, sloeg dicht.
Was het maar dag. In de vrolijke bries van een groene auto zou hij zijn vader willen ontmoeten. Hij vraagt zich af waar hij is.
De dichter twijfelt zelfs of de dageraad werkelijk komt, om schemering en zachte genezing te brengen. Zijn lippen, teder, zijn gesloten. Hij zwijgt en schrijft een teder afscheid.

29 april 2013 – 804

Beroep


R.(16) maakt zich op voor een MBO-studie. Vanaf haar twaalfde draait het schoolleven om beroepskeuzes. Ik wist tot mijn 28ste niet wat ik wilde worden en zelfs nu twijfel ik nog.
De regering heft een aantal MBO-studierichtingen op wegens een geringe kans op werk. Vereenvoudigt dat de keuze voor R. en haar klasgenoten? Een kiest voor het leger waarin grote gaten worden geschoten. Een ander gaat voor de thuiszorg die gratis wordt overgedragen aan familie en buren. Een derde richt zich op opbouwwerk dat stelselmatig wordt afgebroken.
R. kiest voor in- en outdoorstyling. Omdat het haar leuk lijkt. Mag het?

28 april 2013 – 803

Luchtje


‘Wat stinkt het buiten,’ zegt dochter N. ‘Ze zijn mest aan het rijden,’ antwoord ik. ‘Dit ruikt veel viezer,’ zegt ze. Ik steek mijn neus naarbuiten en begin te twijfelen.
Op de lokale nieuwssite lees ik dat op een boerderij even verderop een wietplantage is geruimd. De eigenaar is een goede bekende. Zijn kinderen zitten op dezelfde basisschool als waar onze kinderen op zaten. Als hij langsrijdt op zijn paard maken we soms een praatje.
Aan zijn hippieachtige voorkomen kan ik gemakkelijk een jointje koppelen. Maar 988 plantjes, daarvan wordt een heel dorp knetterstoned. Een tegenvallertje opvangen? Dat viel tegen.

27 april 2013 – 802

Ontvolgen


Bekende Nederlanders hebben op Twitter duizenden volgers. Niet zozeer omdat ze boeiend twitteren, alswel vanwege het feit dat ze BN’er zijn.
Ik ben een onbekende Nederlander en heb 49 volgers. Een mooi compact aantal dat je makkelijk voor een borrel kunt uitnodigen. Zoals dat in mijn dromen ook regelmatig gebeurt: mensen die elkaar in werkelijkheid niet kennen, gaan zomaar vanzelfsprekend met elkaar om.
Zullen ze een aangename middag hebben? Sheila en Stephan, Paul en Pauline, Marc en Marcel? Aan het slot, als we soezerig zijn van de wijn, zal ik voorstellen: laten we elkaar niet meer volgen, maar samen oplopen.

26 april 2013 – 801

Als


Het woordje ‘als’ is populair bij politici en economen. Vliegveld Eelde gaat zijn start- en landingsbaan verlengen. Bewoners, maar vooral ook luchtvaartdeskundigen zijn uiterst sceptisch over de haalbaarheid. Bestuurders en economen zien het helemaal zitten. ‘Als er tigduizend passagiers extra komen, is het rendabel.’
In een naburig dorp gaat de enige supermarkt de bebouwde kom uit. ‘Als we aan de snelweg gaan zitten, krijgen we veel meer klanten.’
Het kabinet zegt: ‘Als iedereen een huis of auto koopt, als onze economie groeit, als de wereldhandel groeit, hebben we het weer goed samen.’
Het als-model is een luchtkasteel gebouwd op drijfzand.

25 april 2013 – 800

Achtervolging


Hoe communiceren diersoorten met elkaar? In een universele mimetaal, een non-verbaal dierenesperanto? Die vraag houdt me bezig sinds de onverwachte ontmoeting tussen L. en een haas.
Bedaard komt de haas langs de dijk aangehuppeld. Hij heeft niet in de gaten dat hij recht op L. af rent, die in aanvalshouding op het gras ligt te wachten. Op een meter afstand blijft de haas staan en L. liggen. Er hangt tederheid in de lucht. Als de haas wil doorlopen denkt L.: dit pik ik niet.
Intimiteit maakt plaats voor een achtervolgingsscene uit een goedkope B-film. Die taal verstaan dieren allemaal.

24 april 2013 – 799

Gedichtstaren (17)


Hans Lodeizen had een groot dichtersleven voor zich toen hij in 1950 op 26-jarige leeftijd overleed. Op zijn sterfbed schreef hij dit gedicht aan zijn vader, met wie hij een moeizame relatie had gehad. Is een week staren genoeg?

Voor vader

o vader wij zijn samen geweest
in de langzame trein zonder bloemen
die de nacht als een handschoen aan-
en uittrekt zijn wij samen geweest
vader terwijl het donker ons dichtsloeg.

waar ben je nu op een klein ritje
in de vrolijke bries van een groene auto
of legde de dag haar handschoen
niet op een tafel waar schemering en
zachte genezing zeker zijn in de toekomst.

mijn lippen mijn tedere lippen dicht.

23 april 2013 – 798

Tureluur


In februari spotte een van de Wieringse vogelwachters een door hemzelf geringde tureluur. Uit het logboek kon hij opmaken dat de H77 – het lijkt wel een Fokker Friendship – eerder die week nog in het natte natuurpark van l’Albufera vertoefde, ten zuiden van Valencia.
Hij berekende dat de vogel in vier dagen tijd 1650 kilometer had afgelegd. En daar hij ongetwijfeld de kustlijnen van Frankrijk en België zal hebben gevolgd, moesten het er zeker 2000 zijn geweest. ‘Vijfhonderd kilometer per dag voor een vogel van 130 gram, ter grootte van een merel,’ schreef hij.
‘Tureluurs’ heeft een positieve connotatie.

22 april 2013 – 797

Koningslied


Even dan, over het koningslied. Dat aan de muziek een plagiaatluchtje hangt, en dat buiten het refrein muzikaal niets noemenswaardigs gebeurt, daar ga ik het verder niet over hebben.
Maar wel over het feit dat 3300 mensen zich bemoeid hebben met de tekst. Je laat ook geen 3300 onervaren leidingtrekkers de koninklijke wc’s aanleggen. Dat is vragen om stront aan de knikker. Tekstschrijven is een vak dat niet als zodanig wordt erkend.
Ik lees nu dat de maker zijn compositie heeft teruggetrokken. Ik zet de tuindeuren open en hoor een jubelend koningslied. De winterkoning bestijgt zijn troon. Leve de koning!

21 april 2013 – 796

Paadjes stampen



Het eerste deel van onze moeshof is akkerbouwrijp. Voordat de zaden erin gaan, is het zaak om eerst de infrastructuur op orde te brengen. We besluiten tot twee rechte paden die door het hart van het perk lopen.
Eerst zet ik, als een halfvolleerd stratenmaker, met haringen en touwtjes de lijnen uit. Na wat voorbereidend harkwerk is het tijd voor het aanstampen van de paadjes. Een orgastisch oergevoel maakt zich van mij meester, als ik met beide voeten over de Wieringse grond stamp. Trappelend in de schoot van moeder aarde.
Paadjes stampen. Ik kan het iedereen aanbevelen. Jong en oud.

20 april 2013 – 795

Stof


Vanaf het hoger gelegen buurtschap Smerp zie ik in de verte grote wolken overtrekken. Het lijkt alsof de velden in brand staan. Op de snelweg rijd ik er dwars doorheen. Het zijn sluiers van stof dat door de stormachtige wind is opgetild van de dorre akkers.
Nu al lijden de boeren schade, zegt een woordvoerder van de overkoepelende landbouworganisatie. De kiemplantjes die net boven de grond staan worden gezandstraald. Even zijn we een Sahelland.
Verkeert de natuur ook in een crisis? De struiken botten uit. De winterkoning en de zanglijster doen een wedstrijdje schoonzingen. Achter de sluiers lacht de lente.

19 april 2013 – 794

Glad


Esthetiek gaat boven functionaliteit in het Rijksmuseum. Er is iemand van de gloednieuwe entreetrap gekukeld. De lichtkleurige natuursteen blijkt te glad. Iedereen weet hoe verraderlijk dat materiaal is. Zeker als je ook nog eens binnenstapt met natte schoenen en restanten van herfstblaadjes onder de zolen.
Daarom hebben ze nu zwarte antislipstrips aangebracht. Een typisch staaltje van architectonische knulligheid, waar tien jaar niet over is nagedacht. Een woordvoerder van het museum gaf als verklaring: ‘Bezoekers zijn onder de indruk en kijken niet goed uit op de trap.’ Eigen schuld, dikke bult.
Ontkennen is niet alleen een reflex van bestuurders en bankdirecteuren.

18 april 2013 – 793

Grondhut


Kinderen moeten weer in bomen klimmen, over de grond rollen, verstoppertje en indiaantje spelen. Dat zeggen onderzoekers die hebben geconstateerd dat contact met de natuur goed is voor de mens. Overigens schijnt ook het kijken naar natuur – een tijdschrift of bewegend beeld – al heilzaam te zijn.
In de eerste week dat wij op Wieringen woonden, bouwde R.(10) samen met haar Amsterdamse hartsvriendin een grondhut in onze boomsingel. Ik weet niet of het daaraan lag maar ik weet wel dat beide dames(16) nu aardig goed in hun vel zitten.
De hut is intussen door klimop overwoekerd. Ik zal hem nooit afbreken.

17 april 2013 – 792

Simpel


‘Als het zo simpel was, hadden we het allang bedacht.’
Voor mij is dit nu al de uitspraak van het jaar.
Aan het woord is een directeur wiens bank de afgelopen week geplaagd werd door cyber-aanvallen. Hij reageert op eenvoudige, plausibele voorstellen van een internetdeskundige om de kwetsbaarheid van het online betalingsverkeer te verminderen.
Net zo eenvoudig kunnen banken de bonussen afschaffen, door te zeggen: weg ermee, doorstrepen, opheffen. Maar nee, als het zo simpel was, hadden ze het allang bedacht.
Het echte probleem is dat ze het niet kunnen of willen bedenken. De oplossing daarvoor lijkt me niet zo simpel.

16 april 2013 – 791

Lutjestrand


Wij zijn het enige waddeneiland zonder zeestrand. Badgasten weten niet hoe snel ze via Wieringen de kust en Texel moeten bereiken.
Er is een zwemgelegenheid aan het Amstelmeer. Deze uitstulping van de Waddenzee werd in 1928 ingedijkt. Kort daarna werd een strook zand opgespoten, het Lutjestrand. ‘Zeer velen onzer lezers zullen reeds hebben vernomen dat wij ook aanstonds over een bad- en zweminrichting te beschikken hebben,’ schreef de Schager Courant in 1933.
Het stilstaande water blijkt besmettelijk voor blauwalg. Twee jaar geleden overleden vijf honden na een duik in het Amstelmeer. Tegen de natuur kan deze zweminrichting weinig uitrichten.

15 april 2013 – 790

Johnny Winter


Senioren op het poppodium, dat is niet altijd een onverdeeld genoegen. Blueslegende Johnny Winter kan een rollator goed gebruiken, want hij kukelt bijna naar beneden. Zijn vingers kunnen het straffe rocktempo niet bijbenen. Bovendien is hij snipverkouden en daardoor amper bij stem.
Pas in de toegift, als hij op z’n bejaarde Gibson Firebird met bottleneck een prachtige versie van Dust My Broom speelt, zie ik alsnog een glimp van de man die in 1979 Paradiso op z’n kop zette.
Ooit speelde hij met Jimi Hendrix. Op You Tube is daar slechts één opname te vinden. Met Johnny op slidegitaar, uiteraard.

14 april 2013 – 789

Waldstein


Na Constantin Brancusi, onbetwist op nummer één, behoort Alberto Giacometti tot mijn favoriete beeldhouwers. Vooral zijn ultradunne figuren in grove structuur zijn meesterlijk.
Er is onlangs een Nederlander gearresteerd die honderden ‘Giacometti’s’ heeft vervalst. Sommige verzamelaars zijn voor tientallen miljoenen benadeeld. De man verklaarde per beeldje een half uur bezig te zijn. De rommelige afwerking maakte het extra makkelijk. Daarna goot hij de kleifiguren in brons met een vervalst label van het Giacometti-atelier.
De beeldjes droeg hij over op een parkeerplaats, aan een zekere ‘Graf von Waldstein’. Zware snor, grote cape, hoedje met veer. Volgend jaar komt de film uit.

13 april 2013 – 788

Fantast


Meneer Rutte, een sociaal akkoord. Verrassend?
‘In het geheel niet. We leven in een fàntàstisch polderland, met fàntàstische mensen die dit heuglijke akkoord tot stand hebben gebracht. Hulde!’
Het ontslagrecht wordt versoepeld...
‘Mensen kunnen straks makkelijker worden ontslagen, zodat ze weer makkelijker aan het werk kunnen.’
Dan moet dat werk er wel zijn.
‘Daar gaan we met z’n allen voor zorgen. U en ik.’
Huh?
‘Had u niet gedacht hè, dat liberalen solidair zijn. Pak die spaarcenten van u en geef het uit! Dan wordt de economie aangezwengeld, hebben we het allemaal weer fàntàstisch en word ik premier van Europa.’

12  april 2013 – 787

Snoeihard


‘De schaapskudde van Het Soerel is failliet,’ las ik. Nooit geweten dat schapen meedraaiden in onze markteconomie.
Herder Chris Grinwis legt het bijltje erbij neer, nadat Natuurmonumenten het graasgebeuren op de Veluwe Europees had aanbesteed. Er schijnen zelfs biedingen uit Lapland te zijn binnengekomen. Resultaat is dat iemand het nu voor 40% goedkoper doet. Waarschijnlijk dropt die man ’s ochtends het hele spul en haalt hij het ’s avonds weer op. Geschatte besparing: 20.000 euro.
Iedere tuinkenner weet dat je altijd van bovenaf moet beginnen met snoeien. Ik stel voor dat we de hele organisatie van Natuurmonumenten(100 miljoen) Europees aanbesteden.

11 april 2013 – 786

Moeshof


Toen wij net op Wieringen woonden, experimenteerden we met een groentenperkje. Dat ging nogal provisorisch, omdat dringendere zaken onze aandacht vroegen. Niettemin was tegen de oogst bijna niet op te eten. De sla groeide als kool en de kool groeide als sla die als kool groeit.
Dit jaar hopen we er serieus werk van te maken. De boerenklusjesman uit het dorp heeft met zijn op benzine lopende handploeg - het vooroorlogse apparaat heeft een uitlaatpijp waar een romanticus als ik acuut van gaat vibreren -  twee perken uit het grasveld gefreesd.
Zelfvoorzienend komen wij de crisis door, dankzij onze moeshof.

10 april 2013 – 785

Groen


Ik kijk naar de kaalte van halfdood gras. Toendra’s op Wieringen. Dadelijk komt Dzjenghis Kahn met zijn leger het veld op gestormd. Hallucineren is heel normaal na al die siberische weken.
De natuur is een maand achterop, zeggen boeren, biologen en buitenlui. Vogels gaan weken later nestelen en moeten eerst aansterken om hun partner- en ouderplichten te vervullen. 
Pas in augustus zullen we genieten van onze aardbeienoogst. Van de ijskouwe grond, dat wel, dus hopelijk met krachtige suikers.
Kleurenautoriteit Pantone heeft 2013 uitgeroepen tot het jaar van het weelderige groen. Ik roep pas mee als het gras zich heeft opgericht.

9 april 2013 – 784

Machtwacht


D. viert zijn zestigste verjaardag. In de werkruimte waar hij als grafisch vormgever tientallen jaren de prachtigste dingen heeft gemaakt. Door medische omstandigheden moest hij drie jaar geleden stoppen met werken. Dat greep hem aan, want zijn werk was voor een belangrijk deel zijn leven. Hoe moet het nu verder? Voor een nieuw begin heb je eerst een afscheid nodig.
Mijn oog valt op een zwartwitte poster uit de jaren tachtig, de tijd van krakers en rellen, kruisraketten en massademonstraties. De poster verbeeldt De Nachtwacht, waarbij een aantal schutters is voorzien van een ME-helm. ‘Machtwacht’, staat erboven. Kwaliteit is tijdloos.

8 april 2013 – 783

Grote Vier


Afrika heeft zijn Big Five, Wieringen de Grote Vier van de weidevogels. Met een beetje fantasie zie je de overeenkomsten met de Grote Vier van de Nederlandse literatuur.
De wulp staat voor Jan Wolkers: fors en wulps, met een onweerstaanbare erotiserende lokroep. W.F. Hermans is de grutto: schetterend boven de wereld scherend en regelmatig rood aanlopend. De kievit is de wufte van het stel: parmantig paraderend met een kuifje, aanstellerig en vrolijk buitelend zoals alleen Gerard Reve kon schrijven.
Tot slot is er de tureluur, die net als Harry Mulisch geen gelegenheid onbenut laat om zijn eigen naam te roepen.

7 april 2013 – 782

Geef zes!


Met verbijstering keek ik naar de overigens schitterend gefilmde televisiedocumentaire De uitverkorenen. Daarin werd een groep recruten gevolgd aan het begin van de mariniersopleiding.
Als makke schapen worden ze geschoffeerd en vernederd. Op de eerste de beste hondentraining leer je al dat zoiets niet werkt. Vooral de korporaal heeft een arsenaal aan scheldwoorden paraat, waar het seksisme vanaf druipt.
Gelukkig weet de majoor te vertellen waartoe dit alles dient. ‘Wij zijn bezig met een stuk heropvoeden.’ Hij vindt het wel jammer dat er veel ‘zesjes’ tussen zitten en weinig ‘negens’.
Ik weet zeker dat ‘negens’ passen voor een dergelijke heropvoeding.

6 april 2013 – 781

Zwervers


Ik woonde in Oud-West. Op de terugweg van bakker Stroo in de Kinkerstraat – de geur van warme broodjes kringelde op uit mijn tas – liep aan de overzijde van de straat een man mij tegemoet. Hij zag er uit als een zwerver en kletste hardop in zichzelf. Een vertrouwd tafereel in de straat, totdat ik de woorden ‘call-opties’ en ‘kwartaalcijfers’ opving. Bleek het een studentikoos geklede beursscharrelaar die liep te pronken met z’n mobiele telefoon.
Deze week vieren we de veertigste verjaardag van de GSM. Tegenwoordig praat half Nederland op straat in zichzelf. Voortdurend in contact, maar ook zwervend.

5 april 2013 – 780

Droomdelen


Weleens een droom gedeeld? Ik zou niet weten hoe dat moet. Ik sta er in mijn dromen altijd alleen voor.
Onder het motto ‘Deel je droom’ roept het Nationale Comité Inhuldiging op een droombijdrage te leveren aan een boek voor koning Willem-Alexander en koningin Máxima. ‘Dat mag een wens zijn, een gedicht, een film, een muziekstuk, een uitvoering, een tekening, een verhaal of schilderij. De vijftig mooiste, creatiefste, meest hilarische, ontroerende en ambitieuze bijdragen worden gebundeld.’
Ik heb een wens die geen droom mag blijven: een Nationaal Kinderfonds van 20 miljard euro, voor 375.000 Nederlandse kinderen die in armoede opgroeien.

4 april 2013 – 779

Ingooi


Ik moet het nodig weer eens over voetbal hebben, en wel over de ingooi, een schromelijk onderschat onderdeel van ‘het spelletje’.
Op de vraag waarom zijn ploeg zoveel balverlies lijdt bij de ingooi antwoordt Ajax-trainer Frank de Boer: 'De laatste tijd valt het wel mee, maar sommige spelers kunnen echt niet ingooien.’
Johan Cruijff vraagt zich af waarom verdedigers altijd ingooien. Bij de kaats komen ze dan weer in balbezit. Beter is het om de spelbepaler te laten ingooien zodat deze het spel meteen kan verplaatsen.
Gravend in mijn herinnering heb ik Cruijff regelmatig zien ingooien. Nu snap ik waarom.

3 april 2013 – 778

Kastsucces


De grote voorjaarsschoonmaak vindt, sinds we buiten wonen, vooral buiten plaats. Op de enige echte lentedag die ik op de kalender kon bijschrijven, hebben S. en ik de perken gekuist.
Dit  weekeinde was het de beurt aan de nestkasten. Net als pubers zijn vogels aardige wezens bij wie ‘opruimen’ niet in het systeem zit. De volgende dag zie ik rond de nieuwe kast al pimpelmezen scharrelen. Huizen kijken, een ideale bezigheid voor de verloren paasmaandag. De overdracht lijkt een kwestie van uren en dan zal het meubilair worden ingevlogen.
Anders dan de media ons vertellen, functioneert de woningmarkt hier prima.

2 april 2013 – 777

Gedichtstaren (16)


Vorm en inhoud versmelten in dit gedicht van Bert Schierbeek (100w nr.768). Al lezende ervaar je de roes van het lachen die onstuitbaar lijkt. Het was namelijk niet zomaar wat lachen, ‘gvd wat hebben we gelachen’ (...) ‘en veel hè?’
Het gedicht begint midden in die herinnering, en het eindigt ook niet. Want alleen dan ‘vergeten we niet en nooit dat we veel hebben gelachen’.

De reden van al dat lachen is ‘omdat we samen waren’.
Dat is blijkbaar niet meer het geval, maar de dichter wil dat samenzijn koesteren. Waarbij de vraag rijst: geldt dat ook voor de ander?

1 april 2013 – 776