Maan

De zon stijgt als een rode toverballon op uit de amorfe bomenrij. L. en ik lopen naar de maan. De bevroren waddenzee is van een buitenaards realisme. John Glenn zou zich hier meteen thuisvoelen.
Was die kleine stap voor een mens wel een grote stap voor de mensheid? Sindsdien hebben we de maan links laten liggen. Er valt weinig te halen, dat zal het zijn. Deze mensheid is ook veel te druk met de handel in financiële producten – ‘derivaten’, ik ruik het scheikundelokaal.
Wieringen komt tot zichzelf. L. loopt als een poolvos door de sneeuw. Samen omhelzen we de IJstijd.

31 jan 2012 – 368

Roemer-Rutte I

Nederland of beter gezegd de politieke peilingmeesters zijn in de ban van Emile Roemer. De SP stevent af op een geweldige zetelwinst. Overigens kan niemand mij vertellen waarom Maurice de Hond c.s. betrouwbaarder rekenen dan de analisten die de waarde van ABN-AMRO bepaalden. Tussen de 12 en 20 miljard: dat is niet schatten maar jezelf indekken.
Virtueel staat de jofele fractievoorzitter van de SP komend voorjaar naast Beatrix op het bordes, nadat hij de voorzittershamer heeft overgenomen van een zichtbaar teleurgestelde Mark Rutte. 
In Boxmeer regeerde Roemer met CDA, VVD en ‘Lokaal leefbaar’. Kop op, Mark. Vice-premier is ook mooi.

30 jan 2012 – 367

IJsvlies

De heggemus heeft vorige week te vroeg gejuicht met z’n voorjaarsliedje. Wieringen herpakt zich voor de winter. Ik fiets langs de dijk en voel de oostenwind langzaam aantrekken. Een paar wulpen pikken jodelend een laatste wurmpje weg, voordat de grond versteend raakt door de vorst. Een grote reiger staat op een stapel riet die gisteren uit de sloot is gedregd. Koning van een kikkerlandje.
Het water van ijsbaan het Zoutland, achter de dijk bij Noorderbuurt, ligt er stroperig bij. Als ik terugrijd, heeft het eerste ijsvlies zich gevormd. Rayonhoofden zijn hier niet nodig. Het ken wel of het ken niet.

29 jan 2012 – 366

Pitchen

Ned 1? ‘Nee, die is voor de wat makkelijk verteerbare series. Daar mikken ze op 1 miljoen kijkers. Gaan we denk ik niet halen.’
Ned 3? ‘BNN ziet ons al aankomen met zo’n serieus onderwerp. Of we moeten er veel sex, drugs en rock ‘n roll ingooien.’
RTL 4? ‘Misschien, als we Linda de Mol de hoofdrol geven.’
Met z’n vieren werken we aan een dramaserie over pleegzorg, een oud idee van mij. We moeten ‘pitchen op een slot’, oftewel concurreren met anderen voor een vaste plek in het programma.
Iedereen kruipt voor de netmanager: de ongekroonde grootvizier van Hilversum.

28 jan 2012 – 365

Kloof

De roofvogelexpert Rob Bijlsma klaagt over de groeiende kloof tussen de veldmensen en de natuurbeschermingsorganisaties.
Tegen Koos van Zomeren zegt hij, in diens boek Naar de natuur: ‘Ik heb laatst nog eens naar de samenstelling van de besturen van die clubs gekeken. Daar zit eigenlijk geen normaal mens meer onder, niemand die je je met laarzen aan kunt voorstellen – allemaal managers die aan een virtuele natuur zitten te sleutelen.’
Sinds enkele maanden zit ik in zo’n bestuur. Ik ben niet normaal, maar ook geen manager. En elke dag voer ik mijn non-virtuele geiten. Met m’n laarzen aan.

27 jan 2012 – 364

Blinddoek

‘Ik heb geen ADHD, hoor.’ Haar reactie op de voorlichtingsavond voor ouders is begrijpelijk. Het laatste dat een puber wil is bijzonder zijn. Liever ontkennen dan toegeven.
Twaalf ouders wisselen ervaringen uit. De herkenning viert hoogtij. Vrolijk als ze zijn, krijgen ze het leven niet georganiseerd, de kids. Het huiswerk, de kamer, de schooltas, de verzorging: het is alsof ze met een blinddoek door een woud vol omgevallen bomen lopen.
‘Mijn zoon gooide altijd keurig zijn kleren in de wasmand,’ zegt een moeder hoopvol. ‘Totdat de mand elders stond. Vond ik de volgende dag een hoopje kleren op de grond.’

26 jan 2012 – 363

Vertraging

Oef, vergeten 100 woorden te posten, besefte ik toen ik vanmorgen vroeg de trein in stapte. Het is de tweede of derde keer dat het mij gebeurt – de zelf opgelegde discipline van ochtendbezorging gaat mij doorgaans goed af. Dat sommigen de dag ermee beginnen, schept eveneens verplichtingen.
Het vergeten zal een oorzaak hebben. Kennelijk zit 100 woorden vóór negen uur niet in mijn hoofd. Freud had er vast een verklaring voor geweten. 
Ik stel me gerust met hoe de machinist zich uit de vertraging kletste: ‘Dames en heren, we moesten stoppen voor een rood sein, waarom weet ik ook niet.’

25 jan 2012 – 362

Betrouwbaar

Toen ik bij mijn schoonfamilie geïntroduceerd werd, zei een van mijn toekomstige zwagers: ‘Bart, een betrouwbare naam.’ Inmiddels leven we 25 jaar later en valt mijn oog op een grafiekje in NRC Handelsblad dat laat zien hoeveel vertrouwen wij hebben in beroepsgroepen.
Artsen(85%) gaan aan kop, direct gevolgd door onderwijzers(84%) en rechters(75%). Het minste vertrouwen wekken bankdirecteuren(14%), politici(13%) en, jaja, reclamemakers(8%).
Had ik mijn studie geneeskunde maar afgemaakt. Nu zit ik als ‘reclamemaker’ in het gewantrouwde verdomhoekje. Waarbij natuurlijk wel moet worden aangetekend dat reclamemakers niet verantwoordelijk zijn voor de foute producten of de waardeloze diensten.  
Don’t shoot the messenger!

24 jan 2012 – 361

Vogeltelling

Gewapend met verrekijker en blocnootje zit ik voor het raam. De Vogelbescherming heeft mijn hulp nodig bij de jaarlijkse tuinvogeltelling. Braaf vervul ik mijn natuurplicht. Alleen werkt de natuur zelf niet mee.
De westerstorm raast over het terras. Het voederhuisje zwiept vervaarlijk. Het zakje met pitten is stukgewaaid. Het voer ligt letterlijk voor het oprapen, maar ook dat lokt de tuinvogels niet uit hun tent. Ik vraag me altijd weer af waar vogels hun tenten opslaan met slecht weer. Onder de pannen? Tussen openhaardhout? In leegstaande schuren?
Landelijk haalt hij niet de toptien, maar bij ons is de ringmus winterkoning.

23 jan 2012 – 360

Zeilmeisje (2)

In de Volkskrant schrijft het zeilmeisje Laura over ‘intimiderende gesprekken’ die zij voorafgaand aan haar wereldtrip met Bureau Jeugdzorg heeft gehad. Dat was, zei ze, een ‘angstige en traumatische ervaring’. Ik wil veel aannemen van meisjes van 16, maar dit soort advocaten- en adviseurstaal uit haar mond te horen komt mij onwerkelijk voor.
Bureau Jeugdzorg, toch al onder vuur vanwege allerlei missers, zit deemoedig in z’n hok. Murw geslagen door de media. ‘Wij komen alleen in actie als we een melding krijgen.’ Met zo’n passieve opstelling houd ik mijn hart vast voor al die kinderen die in de knel zitten.

22 jan 2012 – 359

Zeilmeisje

Het ‘zeilmeisje’ Laura Dekker, dat vandaag in haar eentje de wereld heeft gerond, vindt dat Bureau Jeugdzorg haar indertijd onheus bejegend heeft. Dat schrijft ze in een ingezonden brief in de Volkskrant, met dank aan een goed bereikbare telecomprovider.
Nu heb ik zelf ook aardig wat ontluisterende ervaringen gehad met jeugdzorgmedewerkers. Maar ditmaal ben ik geneigd het voor hen op te nemen. Laura is minderjarig, kind van gescheiden ouders (tsja, toch een risicogroep), gaat een jaar niet naar school èn onbegeleid een gevaarlijke reis maken. 
De overheid heeft een zorgplicht voor minderjarige kinderen. Bureau Jeugdzorg krijgt derhalve onterecht de zwartepiet.

21 jan 2012 – 358

Eenzaam

Dacht ik de laatste decennia van mijn leven opgeruimd te kunnen slijten in het ontspannen buitengebied, blijkt onze buurgemeente Harenkarspel-Schagen-Zijpe - HSZ voor intimi - er geestelijk behoorlijk slecht aan toe te zijn. Zulk nieuws kan ik als meevoelende burger niet veronachtzamen. Zeker niet als het m’n buren betreft.
Wat blijkt? Een op de vijf jongeren tussen 12 en 19 jaar in HSZ denkt weleens aan zelfdoding. En 35% van de ouderen voelt zich behoorlijk of erg eenzaam. Wat zegt de GGD-directeur? ‘Met dit gezondheidsprofiel pakken wij onze functie als regionale dataregisseur verder op.’ Daar word ik nou eenzaam van.  


20 jan 2012 – 357

Receptie

Op recepties praat ik regelmatig te lang met mensen met wie ik liever niet had willen praten, en zeker niet lang. Omdat anderen dat ook van mij kunnen vinden, kan de zoektocht naar een wederzijds acceptabele gesprekspartner een hele receptie duren. Mijn advies, ook aan mijzelf: loop net zo lang recepties af totdat je een welgevulde portefeuille met afpoeiertrucs hebt.
Ook anderszins kunnen recepties leerzaam zijn. Op die van het Natuurbeheersoverleg Noord-Holland kenschetste milieusocioloog Kris van Koppen de huidige samenleving. We pikken niets meer van bestuurders, maar eisen wel dat die bestuurders voortdurend voor ons klaarstaan. Pubergedrag, constateerde hij terecht.

19 jan 2012 – 356

Modder

Op een tintelende wintermiddag loop ik langs het wad. Een wulp en twee scholeksters staan met hun poten in de modder. Ik durf deze beeldspraak bijna niet op te schrijven, omdat hij mij steeds vaker doet denken aan mannen in pakken en gaatjesschoenen die graag vertellen dat zij niets liever doen dan vuile handen maken. Waarom ze het dan over poten hebben, is mij een raadsel.
Ik vraag me af of vogels ook kunnen doorpakken, om de lijfspreuk van een oud-provinciebestuurder te citeren. Inmiddels wordt de man verdacht van fraude. Hij staat niet meer in de modder, hij zit erin.

18 jan 2012 – 355

Gerrit Kouwenaar (2)

Het titelgedicht van Totaal witte kamer is een van de aansprekendste in de bundel. Maar wat te denken van deze:

stenen gedicht

Ik lig als een schip op de rede
van een stad die eeuwen bestaat

ik ben vastgelegd aan een heden
maar draag een verleden naam

ik huis hier tussen mijn muren
zoals mensen binnen hun huid

ruimte kijkt uit door mijn ramen
ik ben voor de mensen gebouwd.

In de eerste strofen rijmelt Kouwenaar nog, daarna ziet hij ruimte. Vrijheid. Kijk, dat wilden de Vijftigers. Uitbreken, de straat op, gezien en gehoord worden. Verzen bouwen. De woorden als stenen.

17 jan 2012 – 354

Gerrit Kouwenaar

‘Geen gerijmel. Geen voorgeschreven dreun.’ Volgens dichter Gerrit Kouwenaar(88) was dat de opdracht die de vernieuwende Vijftigers zichzelf stelden. Het moest anders, na de oorlog. Want alles was anders geworden, en dan kon de literatuur potdomme niet achterblijven.
Ik ben geen echte kenner van poëzie, hooguit een liefhebber. Totaal witte kamer is de enige bundel van Kouwenaar die ik bezit. Ik pak hem uit de kast. Hé, de omslag is pikzwart.
Voor het eerst valt me dat op. Dat gebeurt me nou altijd met dichtbundels, dat ze telkens weer als nieuw lijken. Zoals een mooi gedicht zichzelf telkens opnieuw uitvindt.

16 jan 2012 – 353

Acrobaat

Hoe doet-ie dat toch? Bewonderend kijkt de ekster naar de acrobatische verrichtingen van de kauw op het voederhuisje. Glibberend op de kruising tussen paal en driepoot weet zijn rivaal in een uiterste nekinspanning het pindazakje te bereiken. Ferm tikt hij een heel nootje eruit en gaat ervantussen.
De ekster blijft schetterend van jaloezie achter. Hij durft het kunststukje niet na te doen en moet zich troosten met het rapen van de restjes. 
Zie daar de verschillen tussen de lenigerds en de stijverikken, de durfallen en de schijtlijsters. Net als indertijd in de gymnastiekles. 
Ik was toen van alles een beetje.

15 jan 2012 – 352

Vertrouwen

De Nederlanders vinden in grote meerderheid (70%) dat ze elkaar kunnen vertrouwen. Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van (vertrouwelijke?) steekproeven. Reken de PVV-stemmers niet mee en dat percentage zal ongetwijfeld nog hoger uitvallen.
Maar nou komt het. Een andere rekenclub, het Sociaal en Cultureel Planbureau, beweert dat de gemiddelde Nederlander juist een ontevreden mens is die moppert over agressie en gebrek aan respect en burgerschap.
Op welke cijfers moet ik nu afgaan? Winston Churchill zei ooit: ‘Je kunt alleen vertrouwen op de statistieken die je zelf hebt gemanipuleerd.’ Zo bloeit op elke mesthoop wel wat moois.

14 jan 2012 – 351

Roman (3)

In z’n laatste boek Naar de natuur beschrijft Koos van Zomeren een ontmoeting met collega-schrijver Gerbrand Bakker. ‘Zijn laatste boek, zei hij, was zo slecht ontvangen dat hij er zelf een hekel aan had gekregen.’ 
Of hij dat herkende, vroeg Bakker aan Van Zomeren. Die antwoordde: ‘Ik heb alleen maar van dat soort boeken’, waarna hij met een zonnig gevoel de trein in stapte.
To write or not to write? Dat is de kwestie. Ook bij mij is die vraag geregeld langsgekomen. Ooit ga jij een boek schrijven, zei mijn eerste baas. Aan sommige dingen kun je niet ontkomen.

13 jan 2012 - 350

Roman (2)

 Ik heb het gelezen. Boven is het stil, van Gerbrand Bakker. Hij schijnt een representant te zijn van de nieuwe streekroman. Het buitengebied van de literatuur.
Als (aankomend) schrijver beoordeel ik boeken op een andere manier. Zoals een muzikant anders naar een concert luistert en een voetballer anders naar wedstrijden kijkt. Dat ik het boek ‘wel aardig’ vind, houd ik liever voor me. Zo’n oordeel beschouw ik namelijk als allesbehalve lovend. Ik kon ook niet een schrijverlijke verwantschap ontdekken. Gelukkig maar, want de vergelijking begon al aardig te knellen.
Boven is het stil verkocht goed. Dat lijkt me wel wat.

12 jan 2012 - 349

Roman

 
Er zijn mensen die hebben gehoord dat ik een boek aan het schrijven ben. Wat voor boek, willen ze dan weten. Het antwoord dat het een ‘roman’ moet worden, vind ik zelf eerlijk gezegd nogal pedant. Een roman? Toe maar. Waarom niet eerst beginnen met iets simpelers, wat dat ook moge zijn?
Er zijn er ook die willen weten waar het over gaat. Het is mij al verschillende keren overkomen dat, toen ik een tipje van de sluier oplichtte, de naam van Gerbrand Bakker viel. ‘Boven is het stil, heb je dat gelezen? Nee? Daar doet me dit zó aan denken.’

11 jan 2012 - 348

Jan Wolkers

Wieringen, 1973. Voor een VARA-documentaire is Jan Wolkers een week op Wieringen. Hij luistert naar het kerkkoor, vaart mee op de garnalen-kotter WR 29, praat met koster Simon Hegeman van de Michaëlskerk en bezoekt een eendenkooiker. ‘Allemaal verschrikkelijk aardige mensen,’ vindt hij. Het aardigste wezen is de 29 jaar oude schimmel - ‘als trekker verzaakt-ie nooit’ - die zijn laatste dagen op de boerderij mag slijten.
Met de wethouder recreatie, tevens camping-houder aan het Amstelmeer, filosofeert hij over het doortrekken van de E10/A7. Wolkers: ‘Een riool van uitgelaten vakantiegangers zal straks dit mooie gebied overspoelen.’
Toen al liep Wieringen gevaar.


10 jan 2012 - 347

Veren

Triomfantelijk loopt L. te pronken met andermans veren. De scholekstervleugel waarmee ze zwaait heeft ze eerlijk gevonden, dat moet gezegd. Haar belangstelling voor deze kekke steltloper houdt daar wel zo’n beetje mee op.
Nederland is het belangrijkste thuisland van de scholekster. De helft van de 250.000 broedparen is hier kind aan huis. Al weken zijn ze de trouwste dijkgasten. Ze trotseren de westerstormen met de snavel pal in de wind.
Ook L. weert zich kranig. Met wind tegen komt ze een snoepje halen. Haar snelheid neemt zienderogen af, als een kleine middenklasser met caravan die bergopwaarts kruipt. Onze Griekse heldin.
 
9 jan 2012 - 346

Vooruitvoelen

‘Wil je zien hoe het eruit ziet?’ vraagt ze ons.
Zonder gêne wurmt ze haar schouder uit de trui en tilt de linkerhelft van haar BH op. De lege plek wordt ingevuld door een maatkussentje dat zorgt voor een zichtbaar evenwicht.
De laatste chemokuur is voorbij. Eindelijk vooruitkijken en vooruitvoelen. Elke dag weer verder wandelen met de hond. En zomaar een paar uur kletsen en lunchen.
Ik denk aan het promotiegelul over de strijd tegen kanker ‘die we samen gaan winnen’. Kanker is geen tegenstander van wie je wint, maar van wie je hoopt dat hij niet meer komt opdagen.

8 jan 2012 - 345

Het Water

Van windkracht 10 naar 5 voelt als veel meer dan een halvering. Het zeewier op het grind van de dijk ligt meters hoger dan gewoonlijk. Ook hier is Het Water boven zichzelf uitgestegen.
In Den Oever was de coupure, de dijkopening naar de haven, uit voorzorg gesloten. Voor de eilanders het sein om te schouwen en aan het bier te gaan.
Ik kwam een man tegen met een hondje. Flodderig windjack, verkreukeld peukje aan de vingers. ‘Even naar Het Water kijken,’ zei hij vrolijk.
Het gros van de Wieringers heeft geen zeebenen meer. Maar Het Water, daar kan niemand zonder.

7 jan 2012 - 344

Constantin Brancusi (2)

Parijs, september 1977. Beeldhouwerszoon J. en ik staan voor het gloednieuwe Centre Pompidou. Over transparante roltrappen schuiven drommen mensen op en neer.
‘Kijk, daar moeten we zijn.’ J. wijst op een laag gebouw, links op het plein voor het museum. Boven de zandkleurige wanden lichten dakramen op.
De deuren staan open. In het atelier is het uitgestorven. Tussen de werkbanken, sokkels en gereedschap staan voorstudies van Vogel in de ruimte, Mme Pogany, Het begin van de wereld, De oneindige kolom, De kus.
Brancusi verhief de kern van het leven tot kern van de kunst. Dagelijks nog leer ik van hem.
 
6 jan 2012 - 343

Constantin Brancusi

Abstracte kunst bestaat 100 jaar, schreef Biancia Stigter eind vorig jaar in NRC Handelsblad. Tegelijkertijd, zei ze, kon 1911 ook 1910, 1912 of 1913 zijn. Abstracte kunst wordt bijna altijd tegenover figuratieve kunst gesteld. Vorm, kleur en vlakverdeling gaan in abstractie boven voorstelling, natuur en werkelijkheid. Abstraheren betekent volgens Van Dale ‘geen verband houdend met de zichtbare werkelijkheid’.
Een van mijn favoriete kunstenaars is Constantin Brancusi. In zijn beroemdste beeld De kus(1908) heeft hij het intiemste moment tussen twee mensen teruggebracht tot één kubus van steen. Contourlijnen zorgen voor herkenning. In deze abstractie is de werkelijkheid juist zichtbaarder dan ooit.

5 jan 2012 - 342

De Pels

Er is niets heerlijkers dan beginnen in een zojuist gekocht boek. In m’n oude stamkroeg zijn de bartafels vervangen door een lange bank met tafels en stoelen. Geen Henk Spaan die overal doorheen lalt. Of Yvonne Kroonenberg die op zoek is naar een bedgenoot.
Een man en een vrouw praten commercieel over toneel. ‘Ik was laatst in Johannesburg. Zo’n leuk gesprek gehad met de zakelijk directeur van De Appel, hoe heet-ie ook alweer...’
De espresso is top, het water aangenaam fris, de gelagkamer gezellig vol. ‘Nog vijfhonderd porties ossenworst,’ roept de barman gekscherend naar de keuken. Thuis in De Pels.

4 jan 2012 - 341

Stormbal

Het stormt buiten. De eerste keer dit jaar maar de zoveelste keer deze winter. Ook in mijn hoofd is de stormbal gehesen. Vorige week zag ik de film De Storm. Ook daarin ging niet het zozeer over de watersnoodramp als wel over de kolder die in de koppen sloeg.
Ik draai de douchekraan open. De warme stralen kunnen mijn gruwelijke gedachten niet verdrijven. Dat de geiten met hok en al zijn verdwenen. Dat straks onze boerderij wordt opgetild en als een natte deken tegen de dijk wordt gekwakt.
De herinnering aan het Gouden Boekje over Mannetje Nies waait nooit weg.
 
3 jan 2012 - 340

Wens

Het valt me op dat S. weinig in 100 woorden voorkomt, is dat bewust of onbewust? Deze vraag van een lezer kan ik niet ééntweedrie beantwoorden, vooral het tweede deel niet.
S. figureert vaker dan het lijkt. Zo is zij regelmatig één van de ‘wij’. Ook worden nogal wat 100 woorden geschreven vanuit de onderbuik. Ook daar vervult S. een niet onbelangrijke rol.
In de eerste tellen van 2012 kusten wij elkaar het nieuwe jaar in. ‘Dat het dit jaar heel anders mag gaan,’ zeiden we, in de wetenschap dat veel hetzelfde blijft. 
Is er ook een wens voor altijd?

2 jan 2012 - 339

Bol

De glazen bol nodigt mij uit. Ik kijk en ontwaar allemaal mensen die iets willen zeggen.
De econoom: ‘Let niet op de beurzen, alleen op je eigen beurs.’
De politicus: ‘Van beloften heb ik weinig last.’
De zoon: ‘Hoe lang ben ik nog kind?’
De bioloog: ‘Ga naar de natuur en gij zult vinden.’
De minnaar: ‘Van de liefde snap ik weinig, daarom juist.’
De kunstenaar: ‘Wees vrij, word als ik.’
De filosoof: ‘Waarheid bestaat, zijn naam is Werkelijkheid.’
De vader: ‘Loslaten is een vorm van vasthouden.’
De schrijver: ‘Heb ik al geschreven dat 2012 ook met 100 woorden gaat?’

1 jan 2012 - 338