Zinnen (die ertoe doen), 2012

Wieringen wentelt zich in de lentezon. 
Ik lentewentel mee.

Zet het debat over de Hedwigepolder onder water!

Gans en onnozelheid zijn geen twee-eenheid.

De zomer zet aan. Hopelijk is het geen tussensprint.

Elk ritme heeft een klank, van vallende regendruppels tot een krakend seksbed.

Van drukte krijg ik vaak genoeg, van stilte bijna nooit.

In de politiek heeft de korte termijn de langste adem.

De oude koe die waarheid is, kruipt altijd uit de sloot.

Een volk van dijk- en tunnelbouwers, daar woon ik graag tussen.

In de kern is iedereen zijn eigen metgezel.

Alles wordt trager. Behalve de wind.

31 dec 2012 – 685