‘Zullen we
naar de kievitsnesten kijken,’ vraag ik aan N. Vroeger zou ze meteen in de
laarzen schieten. Nu zorgt de oprukkende puberteit voor landerige tegenzin.
We lopen
over het rommelige land, waar het merendeel van de aardappelen nog in de grond
zit. Verdronken, bevroren en verrot.
De lokale
vogelvrijwilligerscentrale heeft stokken bij de nesten geplaatst, zodat de boer
op zijn tellen past. In het ene nest liggen vier eieren, een gangbaar aantal.
Het andere nest telt er zes, keurig in een rozet. Ik vertel het aan vriend en
vogelaar R. Na enig onderzoek mailt hij: ‘Wij hebben een project.’
5 apr 2012 – 433
Geen opmerkingen:
Een reactie posten