Pas
toen Lieneke Frerichs na tientallen jaren kon beschikken over de
privécorrespondentie van Grönloh, achtte zij zichzelf in staat om een
volwaardige biografie te schrijven.
In de zomer van 1900 schrijft Frits een verjaardagsbrief aan zijn lievelingstante
Agatha, die in Hengelo een handwerkwinkel heeft en bij wie hij een tijdje heeft
ingewoond. Hij vertelt uitvoerig en openhartig over van alles, ook over zijn
schrijverschap. ‘Ik schrijf voor me zelf een boel over allerlei dingen en berg
’t dan op. Sommige menschen van smaak vinden het erg mooi. Reden te meer om ’t
diep weg te stoppen.’
Wie schrijft, die twijfelt.
21 juli 2021 – 3434
Geen opmerkingen:
Een reactie posten