Ik bevind me tussen de
muizenvangers. Boven mij torent de torenvalk die bidt boven de dijk en het
grasland - 'Here, doe mij een lekker hapje vandaag' – en neerstrijkt op een
hekpaal.
Hij krijgt gezelschap van een
buizerd, die een paaltje of tien verderop uitkiest. Twee maal zo groot en breed
als de buurman, maar toch bewaart hij moeiteloos zijn evenwicht.
De veldmuizenstand moet hier
niet slecht zijn. L. levert het bewijs. In het hoge gras langs het dijkhek
vangt ze regelmatig een muizenpupje. De ene keer dood, de andere keer levend.
Opeten doet ze niet. Ze is geen
roofhond.
4 juli 2016 – 1907
Geen opmerkingen:
Een reactie posten