Ik loop door een ragfijne
spindraad die op ooghoogte tussen twee bomen over het smalle weggetje is
gespannen. Meteen al een vraagstuk op de vroege ochtend: hoe heeft die spin dat
geflikt?
Gaat hij al spinnend met
een draadje naar beneden, de weg over en dan aan de overkant weer omhoog? Of
slingert hij als een Tarzan van boom naar boom?
Op internet lees ik dat de
spin gebruik maakt van luchtstroming en geluk. Eerst maakt hij een lange
loshangende draad en daarna gaat hij duimen dat die aan een andere boom blijft
kleven. Dat geluk heb ik zojuist verstoord.
20 sept 2014 – 1283
Geen opmerkingen:
Een reactie posten