Als alles meezit, wordt ze deze zomer honderd. Het is haar niet aan te
horen. Vrolijk kletst ze vanuit het verzorgingshuis door de telefoon.
Ik vraag naar de armoede in haar dorp Andijk in de jaren dertig. ‘Mijn
vader was landarbeider bij een tuinder. Hij had vast werk. Ik heb hem nooit
horen klagen. We hadden het niet breed, maar toch had ik het idee dat we niets
te kort kwamen.’
Door de omstandigheden speelt haar leven zich nog meer in het klein af. Onlangs
werd vanaf de stoep een serenade aan alle bewoners gebracht. Die heeft ze
alvast gehad.
2 april 2020 – 3133
Geen opmerkingen:
Een reactie posten