Vanuit mijn ziekenhuisbed
kon ik zien dat ik wat het weer betreft weinig misliep buiten. Grijs, nat en
waterkoud, hoorde ik van de verpleegsters. Een kleine pleister op een stevige
infectie.
Sinds mijn thuiskomst, nu
2,5 week geleden, is aan die grijsheid weinig veranderd. De herstelrondjes langs
de dijk die ik trouw elke dag loop, bieden me weinig kleur, behalve een voorzichtig
blosje op de bleke wangen.
Aan de wadkant blijft het
silhouet van Den Helder achter een miezergordijn verscholen. Aan de landkant is
de grote zilverreiger een zeldzaam lichtpunt. Een roerloze witte kerstkaars,
troostrijk baken in een troosteloos landschap.
12 jan 2019 – 2778
Geen opmerkingen:
Een reactie posten