Natuurlijk spreken we af
in Café Américain, aan het Leidseplein. Terwijl ik achterin aan een tafeltje
schuif, stapt ze de grote zaal binnen. Ze houdt haar donkerblauwe gebreide
mutsje op, evenals haar zonnebril, waardoor ik haar schalkse ogen nauwelijks
kan zien.
‘In de sixties zat ik hier een
paar keer per week. Je liep op de bonnefooi binnen en zag wel hoe de dag liep. Iedereen kende iedereen, dus je had altijd aanspraak.
'Telefoon voor de heer
Mulisch, ook dat natuurlijk. Dan zagen we Harry binnenkomen en zeiden we tegen
elkaar: heb jij het toevallig met hem gedaan? Was het wat?'
28 feb 2018 – 2479
Geen opmerkingen:
Een reactie posten