Bij ons
in het veld blaast de koude oostenwind alles nog muisstil. De februarizon
tintelt op mijn wangen. Een boer rijdt mest uit. L. holt een bekende tegemoet.
‘Ik zeg tegen m’n dochter: het is suk mooi weer, ik móet er uit.’
Het
venijn van de winter zit in de staart. Alleen weet niemand hoe lang die staart precies
is.
22 feb 2013 – 738
Geen opmerkingen:
Een reactie posten