Botshol
Altijd bang in nachtdiep
water
dat is bang aan land.
Dit is geen hol, eerder
een leegte
geen stootrand voor
begrip, begeerte,
noch een grot met ruwe
handen
waarin op de tast.
Zonder randen ligt het
zonder
berm, horizon, houvast.
Geen bodem waarop schaduw
meevaart.
Helder het zwartst.
Onttrekt zich in verte aan
verte
onttrekt zich in vlakte.
Water onder water
luistert niet. Likt niets
los.
Uit
‘Botshol’, 1980
24 feb 2013 – 740
Geen opmerkingen:
Een reactie posten