Ping. Mijn mailprogramma heeft beet. En ik maar denken dat
ik in een internetloos schrijvershuisje vertoef. Want zo hoort een
schrijvershuisje te zijn: geen kettingbrief van vriendschapsverzoeken, spam van
casino-ondernemers of verlokkingen van Nigeriaanse cybercriminelen.
Er komt zomaar een virtuele surfplank aangezeild. Van de
hoogbejaarde achterbuurman? Die oogt niet als een fervente netwerker. Een
Duitse strandtoerist ligt meer voor de hand, een onvermoede Europese
handreiking.
Automatisch klik ik m’n mailbox open. Over een verslaving
kun je maar beter openhartig zijn. Er is geen post van lezers die klagen over een week zonder
100 woorden. Eentje, dat zou wel aardig zijn.
4 juli 2012 – 510
Geen opmerkingen:
Een reactie posten