In
het Maastricht van de jaren zestig waren de standsverschillen duidelijk
aanwezig. Als arts behoorde mijn vader ongevraagd tot de 'notabelen'. Ik als
kind had daar geen enkele notie van, behalve dat ik merkte dat vriendjes de
eerste keer vol bewondering door ons huis met engeltjesplafonds liepen.
De
sjieke lui verenigden zich ook in sportclubs. Mijn ouders waren lid van
tennisclub 'Ready'. De andere clubs waren voor het volk. Van Maastrichtse
vrienden die ik in mijn studententijd ontmoette, begreep ik dat de
klassenscheiding nog lang heeft bestaan.
Ongetwijfeld
tot groot genoegen van meneer pastoor. Adel en geestelijkheid hadden een
monsterverbond.
3 aug 2018 – 2634
Geen opmerkingen:
Een reactie posten