'In het geval van Clarissa
was de ontworteling uit het burgerbestaan bewust, gewild en opvallend. De hoog
opgeschoten blondine met grote blankette gezicht, de geronde onderlip en de
weinig ontwikkelde kin bereidde zich voor op een toneelloopbaan (...) Zij droeg
haar goudgele haar in een gewaagd kapsel onder hoeden als wagenwielen, en was
verzot op excentrieke veren boa's. Overigens, haar indrukwekkende gestalte kon
deze voorwerpen heel goed hebben en absorbeerde hun in het oog lopende
karakter. Een zekere voorkeur voor het potsierlijk-macabere vermaakte de
aanwezige heren, die haar hulde bewezen. Zij bezat een zwavelgele kater die
Isaak heette.'
Uit: Doctor Faustus (Thomas Mann)
5 juli 2018 – 2605
Geen opmerkingen:
Een reactie posten