In juni 1893 krijgt
schilder Jan Vrolijk bezoek van Elsevier
Maandschrift. Kunstcriticus Pieter Anne Haaxman beschrijft de huiselijke
sfeer aan het deftige Noordeinde. 'Den jovialen schilder deelt het geluk met
een lieve en verstandige vrouw, en een goed deel van de dag weergalmt de woning
van het vrolijk gesnap van een drietal snoezen van meisjes met stralende
kijkers en kersroode wangen en van een prachtexemplaar van een jongen.'
In het huis bezit Vrolijk
een hoog vertrek om te schilderen, maar volgens Haaxman is zijn eigenlijke
atelier te vinden in 'het zonnige weiland, de pikant verlichte boerendeel en de
schaduwrijke melkbocht'.
16 dec 2016 – 2040
Geen opmerkingen:
Een reactie posten