Ons huis had twee kelders. De
voorste was de timmerwerkplaats van mijn vader. Er stond een zelfgefabriceerde
werkbank met daarboven tegen de wand een plank waaraan het gereedschap was
bevestigd. De schroevendraaiers, hamers, tangen en sleutels hingen in klemmen. Mijn
vader had de profielen op de plank getekend, zodat hij wist waar wat moest hangen.
De achterste kelder was voor
wijnen en wecken. In de nazomer gingen we de Belgische grens over. Daar kende
mijn vader een bramenpaadje waar we met het gezin emmers vol plukten.
Het was 'ons' jamplekje en om de
een of andere reden wist iedereen ervan.
15 juni 2016 – 1888
Geen opmerkingen:
Een reactie posten