Ik loop over het slootje
het land op. Je kunt haar bijna niet missen, met haar lichtbruine kleur op het
donkere land. Ze is ook niet in het weiland waar de kieviten en grutto's
broeden. Soms roep ik haar en staat ze zomaar breed kwispelend achter me. Ook
dat is nu niet het geval.
Voor de zekerheid loop ik
naar de fundering van het buurhuis in aanbouw. En warempel: daarbeneden staat
ze gulzig te eten van een haas. Op de vlucht zijn ze er allebei ingesprongen.
Eruit komen was niet mogelijk.
Eindelijk kan L. tonen dat ze een roofhond
is.
3 mei 2015 – 1502
Geen opmerkingen:
Een reactie posten