Zeventig lepelaars op een
waddenkluitje, voor mij is dat een bijzonderheid. Ook voor L., die een sprintje
neemt en het spulletje even lekker op stang jaagt. Als ze twintig meter verder
weer willen neerstrijken, stuift ze opnieuw het water in.
Dan vliegen ze definitief weg.
De grote groep gaat oostwaarts, een kleine afsplitsing naar het westen. Als
Lamborghini's scheren ze over het water. Alles in platte, gestrekte vlucht. De
lepelsnavel, de hals, het ranke lijf en de lange poten.
Ik kan genieten van zijn
bedaarde tred en gescharrel in ondiep water. Pompiedompiedom. De lepelaar is de
redder van onrustige mensen.
30 mei 2014 – 1184
Geen opmerkingen:
Een reactie posten