Ik zie
reuzenvoetsporen in het waddenslik. Niemand te bekennen en het weer is scherp
zat.
Op de
terugweg staan twee mannen bij een auto naast de dijkopgang. Ze hebben zojuist
hun vissersoveralls afgespoeld in de sloot.
'Lekker
wezen pootje baden?' vraag ik.
'Kijk,'
zegt de grote man terwijl hij de achterklep omhoog duwt.
Er staan
twee emmers met oesters. 'Daar ligt voor minstens een paar meier. Daar moesten
we hard voor werken, hoor. Bij elke stap zakten we twintig centimeter weg.'
'En nu
verhandelen?'
'Ben je
gek, zelf opeten natuurlijk.' Hij wrijft over zijn bezwete buik. 'Met een
whisky'tje erbij.'
27 sept 2013 – 941
Geen opmerkingen:
Een reactie posten