‘Wat
stinkt het buiten,’ zegt dochter N. ‘Ze zijn mest aan het rijden,’ antwoord ik.
‘Dit ruikt veel viezer,’ zegt ze. Ik steek mijn neus naarbuiten en begin te
twijfelen.
Op de
lokale nieuwssite lees ik dat op een boerderij even verderop een wietplantage
is geruimd. De eigenaar is een goede bekende. Zijn kinderen zitten op dezelfde
basisschool als waar onze kinderen op zaten. Als hij langsrijdt op zijn paard
maken we soms een praatje.
Aan zijn
hippieachtige voorkomen kan ik gemakkelijk een jointje koppelen. Maar 988
plantjes, daarvan wordt een heel dorp knetterstoned. Een tegenvallertje
opvangen? Dat viel tegen.
27 april 2013 – 802
Geen opmerkingen:
Een reactie posten