Tellen

De vrouw met de hond ziet mij kijken naar de duizenden rotganzen op het weiland. ’Heb je ze al geteld?’
Hoe doe je dat, vogels tellen? Ik vermoed dat je daarvoor in vlakken moet denken. Ik tel er vijftig, vermenigvuldig dat grasveldje met twee, dat weer met tien enzovoort. Met een betrouwbaarheid die niet voor het CPB onderdoet, kom ik op vijf- tot zevenduizend.
Teruglopend langs de zee zie ik weer duizenden rotganzen, nu dobberend op het water. Hun goedmoedige gakkeuvel gaat regelmatig over in een fel gesnater.
De wave golft over het Wad. Op de eretribune weef ik mee.

16 mrt 2013 – 760

Geen opmerkingen:

Een reactie posten