Ruim vijftig jaar woonde tante Nel in een torenflat aan de Sloterplas. Daar ging ze in warme zomers geregeld zwemmen en in koude winters schaatsen.
Vandaag strooien we als neven en nichten – zelf had ze geen kinderen en haar man was haar heel lang geleden voorgegaan – haar as uit op een eiland voor de flat. Om de beurt gieten we wat van het lichtgrijze poeder in het troebele water.
Zij was de laatste zus van mijn vader die nog leefde. Met haar overlijden is een generatie heengegaan. Bij de koffie komen de verhalen los. Over hoe ingewikkeld ze allemaal waren.
18 juni 2020 – 3181
Geen opmerkingen:
Een reactie posten