In de zesde klas van de
Rijksleerschool hadden we – ik schrijf 1967 – geen CITO-toetsen. En ook geen
boze ouders die verhaal gingen halen over een ongunstig schooladvies.
Het hing in hoge mate af
van je rapportcijfers naar welk vervolgonderwijs je ging. Ook het hoofd van de
school bemoeide zich ermee. Uiteindelijk werden we - drie meisjes en twee
jongens – geschikt bevonden voor het Stedelijk Lyceum in Maastricht. VWO dus,
al bestond die term ook nog niet.
Na de zomervakantie kwam
ik in korte broek op school. Dat had ik snel afgeleerd. Ik wilde zo min
mogelijk op een broekie lijken.
27 juni 2019 – 2944
Geen opmerkingen:
Een reactie posten