In
het kortgeschoren gras aan de dijk weg zit een grauwe gans. In zijn uppie. Het
is een jonkie, zo te zien aan de donsveertjes die her en der nog uitsteken. Ook
als ik dichtbij ben, maakt hij geen aanstalten om op te staan of te vliegen.
Meestal is dat een verontrustend teken.
Uiteindelijk
veert hij op als ik naar hem toe loop. Snaterend hinkelt hij een meter of wat
weg. Zijn rechterpoot hangt er zo goed als nutteloos bij. Voor een vogel is
opgroeien met een handicap veelal een doodvonnis. Kansloos tegen het alom
loerende kwaad, zeker zonder groep.
23 jun 2018 – 2593
Geen opmerkingen:
Een reactie posten