Helene Kröller-Müller
hoorde tot de bezittende klasse. In het begin van de twintigste eeuw hadden de
rijken het ook politiek voor het zeggen. Anton Kröller was een soort minister
van staat die mede de politiek-economische lijnen uitzette. Daar kwam geen
democratie aan te pas. Toen Troelstra in 1918 kortstondig de revolutie uitriep,
wierp ondernemend Nederland meteen een dam op.
Trien hoorde tot de
niet-bezittende klasse. In Leeuwarden zag ze hoe diep mensen in de ellendige armoede
zaten. Haar bekering tot het socialisme was daar een uitvloeisel van. Toen
Troelstra zijn revolutie-uitspraak herriep, beschouwde ze dat als verraad aan
de arbeidersklasse.
16 jan 2016 – 1748
Geen opmerkingen:
Een reactie posten