(vv. ingezonden brief, 1921)
'Moet de zieke vrouw bij
de ellende van 't ziek zijn nog de misère van een verwaarloosden rommel hebben?
Mogelijk komt nu en dan een buurvrouw een handje helpen, misschien is een der
kinderen een flinke meid, die al koken kan, maar 't kan ook zijn dat er
letterlijk niemand is die helpen kan.
Alleen kunnen zij zich
altijd van hulp voorzien die flink kunnen betalen. (...) Aan deze wantoestand
kan een einde worden gemaakt door de oprichting van een vereeniging voor
huisverzorging. Laat men beginnen met zich op te geven als lid of voor een
vaste jaarlijksche bijdrage teekenen.'
4 dec 2014 – 1358
Geen opmerkingen:
Een reactie posten