De grauwe deken is
opgeborgen. Zelfs Wieringen werd er saai van. Net op het moment dat ik begin te
wennen aan de ondraaglijke grijsheid van het bestaan, breekt de zon door. Met
mijn nieuwe verrekijker heb ik een extra helder zicht.
Op de duizenden
scholeksters die opvliegen en in de lucht een Escher componeren. Op de
tientallen steenlopers die ondanks hun dikke buikjes blijven scharrelen. Op de
kieviten die met hun jongeren rondhangen in de wei.
Over het wad klinkt een
sereen lentechoraal, de 'tululuut' van de tureluur en de 'joedeloedeloe' van de
wulp. In de verte vaart een stoomboot.
6 dec 2014 – 1360
Geen opmerkingen:
Een reactie posten