In het
gedicht ‘De dader’ zet Ida Gerhardt zichzelf – de dichteres - neer als een
schuldige, iemand die iets te verwijten valt. Hoe bont ze het heeft gemaakt is
onduidelijk. Wel schrijft ze: ‘Jong een dwaas en oud een dwaas gebleven’.
Ze kan
zich voorstellen dat mensen willen laken wat er geschreven staat, in ‘zwarte
regelen op het wit papier’. De verzen spreken voor zich, zegt ze. ‘Sla het blad
slechts op: en het is hier.’ Ook als iemand wil oordelen over haar leven: ‘Sla
het blad slechts op: en ik ben hier.’
De
dichteres en haar dichtkunst zijn één.
2 juli 2013 – 868
Geen opmerkingen:
Een reactie posten