Eind 19de eeuw vergreep
achter Bontebok een keuterboer zich aan een stevige meid die hem hielp met de
koeien. 'Ze was de snuggerste niet, eerder Slome Sjoukje die het stopgaren niet
had uitgevonden,' schreef Imke Klaver. De zaak kwam, aantoonbaar door de dikke
buik, uit. Sjoukje moest terug naar haar ouders, maar vertelde wel 'waar het
geschapen was'.
Een stuk of wat mannen
gingen met ketelmuziek verhaal halen bij de boer, die een vrouw met een stel
kinderen had. Ze dreigden z'n boerderij in de hens te zetten. De boer bekende
en stuurde als goedmakertje een zwart schaap naar Sjoukje.
10 april 2019 – 2866
Geen opmerkingen:
Een reactie posten