Ik ben opgegroeid met
Roemeense volksdansen. Niet dat we ons als familie in Oost-Europese
klederdracht hulden en vervolgens al rondjes draaiend de laarsjes lieten
klepperen. Ik doel op de Roemeense volksdansen van de Hongaarse componist Béla
Bartók (1881-1945).
Oorspronkelijk waren ze
geschreven voor viool en fluit (1915), al kent iedereen ze vooral in de
pianobewerking. Mijn zus speelde ze heel mooi, mijn vader iets minder mooi en
gisteren genoot ik van een versie voor viool en piano door twee jonge musici.
Bartók heeft in al zijn
werken elementen uit de volksmuziek geweven. Het geeft zijn composities een indringende,
onontkoombare aardsheid.
14 okt 2018 – 2706
Geen opmerkingen:
Een reactie posten