De tuindeuren staan wijd
open. De zomer vlindert mijn werkkamer binnen. De stilte wordt alleen verstoord
door een briesje dat de populieren doet ritselen. En door de vogels die
zichzelf in het zonnetje zetten.
De winterkoning heeft weer
het hoogste woord. De tjiftjaf krijgt maar niet genoeg van zijn eigen naam. In
de verte ratelt een braamsluiper.
Ik kijk naar het uitbundige
groen dat we enkele jaren geleden als stekjes hebben geplant. Iemand zei ons
dat de Wieringer grond goed is. Hij was aan de voorzichtige kant.
28 seizoenen wonen we
hier. Van de verbazing zijn we nog niet bekomen.
6 juli 2013 – 872
Geen opmerkingen:
Een reactie posten