Koentjes

Een waterhoentje maakt toilet op een wilgentak bij de slootrand. L. keurt hem nauwelijks een blik waardig. Daar komt een meerkoetje aanzwemmen. Nu gaat L. als een bezetene te keer, helemaal als het zich onder de rietkraag verstopt. Wat is er tergender dan de aanwezige, onbereikbare prooi?
In betere tijden hield ik kantoor aan de Herengracht. Vanuit mijn werkplek keek ik uit op een halfgezonken roeibootje, waarop het echtpaar meerkoet een reusachtig nest had gefabriceerd. 
In de deining van passerende schepen waren ze voortdurend bezig de boel bij elkaar te houden. 
En dat alles in de stad van Job Cohen.

16 nov 2012 – 640

Geen opmerkingen:

Een reactie posten