Leegbrengen

Soms bekruipt me de gedachte dat ik nog maar kort te leven heb. Is het al tijd om mij zorgen te maken? Ik heb nergens en van niemand vernomen dat m’n laatste dagen weldra aanbreken. Ik ben bovendien nog redelijk vrij van fysieke klachten en andere ongemakken.
We mogen echter niet vergeten dat we ook zullen sterven. Daar moet je op tijd mee beginnen. Lees de dichter Tadeusz Rózewicz (100w nr. 617) er nog maar eens op na. Bijna vanzelf komt dan de vraag bij me op: wat zou ik nog willen volbrengen?
Het leven leegbrengen, begin daar eens mee.

30 nov 2012 – 654

Kleurig

‘Kijk, wat een prachtige regenboog,’ zeg ik tegen L. De kleurige banen zetten zich voort in een loper over het water. Op naar het feest.
L. heeft er geen oog voor. Sinds de oproep om lid te worden van Burgernet lijkt zij drukker dan ooit met het speuren naar verdachte zaken.
Zachtjes tikt de regen op mijn capuchon, als ik de dijk oversteek. Ook aan gene zijde zijn de kleuren adembenemend. Blauwe luchten, grijswitte wolken, groene graslanden en donkerbruine akkers.
De bekoorlijkheid van het Wieringse landschap kan ik in geen 100 woorden beschrijven. Maar het niet doen is geen optie.

29 nov 2012 – 653

Blaffer

De Eurotop is mislukt, al blijven de regeringsleiders volhouden dat hij is geslaagd. Maar dat het alleen nog even duurt voordat ze dat kunnen vertellen. Ik ben niet verrast. Van een lappendeken kun je nu eenmaal geen coherente sprei maken.
Mij interesseert vooral de blaffer die onze minister-president op zak had. ‘Een virtueel pistool’, haastte hij zich erbij te zeggen. Of meende ik een bobbel te zien bij z’n broekriem?
Als je toegeeft dat je het pistool niet gebruikt, waarom neem je het dan mee? Onderhandelen is niet Ruttes sterkste kant. Samsom wist dat al en de Grieken inmiddels ook.

28 nov 2012 – 652

5/8


Ik zal zeker niet de enige zijn die deze dagen heeft geluisterd naar Canto Ostinato, van de zojuist overleden Bergense componist Simeon Ten Holt.
De bezwerende schoonheid van het uren durende stuk schuilt onder meer in de 5/8-maat. De noten buitelen over elkaar heen. Zoals een ongeduldig kind dat de ene vraag na de andere op je afvuurt. Het lied, ostinato (koppig) als het is, gunt de luisteraar geen moment rust.
‘Canto Ostinato is vanuit een crisis ontstaan,’ vertelde Ten Holt ooit in een interview. ‘Je kunt wel altijd mooi weer spelen, maar om de winter kan niemand heen.’

27 nov 2012 – 651

Armoede

‘Hoezo armoede?’ Onder dat motto belichten de omroepen een week lang het armoedeprobleem.
We worden allemaal arm geboren. Daarna wordt het verschil gemaakt. Ook in het ‘fàntàstísche Nederland’ van Mark Rutte leeft een groeiend aantal mensen in armoede. Fantastische voedselbanken en hypotheekschulden, zal hij bedoelen.
Op school was er een jongetje dat altijd gaten in zijn kleren had en in te wijde sokken en te grote schoenen liep. De armoede kleefde aan hem. Ogenschijnlijk leek hij er niet onder gebukt te gaan. Hij was vrolijk en zat vol verhalen.
Tegenwoordig lijkt armoede minder zichtbaar.  Of willen we haar niet zien?

26 nov 2012 – 650

Roedel

Dat L. bescheiden gehoorzaamt, daar is ze hond voor.
Veel hondenbezitters leven in de veronderstelling dat een hond die zijn baas als leider accepteert, automatisch zal gehoorzamen. Niks van dat al. Gehoorzaamheid is iets dat mij als baas wordt gegund. L. blijft baas over haar vrijheid.
Op de puppycursus werd mij voortdurend voorgehouden dat de hond zijn baas beschouwt als leider van de roedel. Ik heb de handicap dat ik niet een leiderstype ben. En dat van die roedel, daar kan ik met al mijn diereninlevingsvermogen al helemaal niet bij.
L. en ik spelen het gehoorzaamheidsspel, en het verveelt nooit.

25 nov 2012 – 649

Gedichtstaren (7)


Vijfjarenplan (Herman de Coninck, 1944-1997)

Ik hou van jou. Hou jij van wat niet kan.
Hou jij van je capaciteiten, ik van je gebreken.
Jij van je trots, en ik van hoe zacht die kan breken
in mijn armen. Jij van je moed.
Ik van je zwakte nu en dan.

Hou jij van de toekomst. 
Ik van wat voorbij is gegaan.
Hou jij van de honderd levens die je wilde leven.
Ik hou van dat ene dat is overgebleven.
en van hoe je daarom zo ver weg
kunt zijn dicht tegen me aan.

Ik hou van wat is. Jij van wat zou.
Hou jij van mij. Ik hou van jou.

24 nov 2012 – 648

Omver


Een domme Duitser heeft het Amsterdamse Lieverdje van zijn sokkel gereden. Het leuke van onzinnige berichten is dat je er meestal wat van opsteekt. Zo weet ik nu dat het beeld gemaakt is door Carel Kneulman. Zijn naam nodigt niet direct uit tot opzoeken, maar laat ik niet kneulerig zijn.
Kneulman(1912-2008) was naast beeldhouwer onder meer graficus, dichter en zanger, lees ik op Wikipedia. Hij voelde zich verwant met de Cobra-beweging en maakte zowel figuratieve als abstracte kunst. ‘Ik houd van beelden die ontstaan en niet vervaardigd worden,’ zei hij.
Wat een geluk dat je taal niet omver kunt rijden.

23 nov 2012 – 647

Crowd hunting


‘De politie is je beste vriend.’ Aan mij was die kreet nooit besteed. M’n vrienden zoek ik graag zelf uit.
Deze week viel er een schrijven in de brievenbus. De politie heeft mijn hulp nodig bij het opsporen van duistere zaken en personen.
‘Doe mee met Burgernet. Door uw ogen en oren te gebruiken kunt u direct helpen uw woon- en werkomgeving nog veiliger te maken.’ Bij een misdrijf gaat bij alle Burgernetters het alarm af. Zo schijnen verdachten sneller in de kladden te worden gegrepen.
Na crowd funding is er nu dus ook crowd hunting. Vrienden jagen op niet-vrienden.

22 nov 2012 – 646

Prijs

Op mijn tiende jaar deed ik mee aan een tekenwedstrijd, in de Grand Bazar in Maastricht. Dat warenhuis was een soort van Belgische Hema. Het was Sinterklaastijd en overal in de stad hoorde je de klikkertjes die je kreeg bij binnenkomst.
Ik maakte, zoals altijd, een tekening van 'coyboy’s' en indianen. Ik won de zesde prijs en mocht mee naar de kunstskibaan in Luik. Een plotselinge geelzucht bedierf dat feest.
Henk Fonville, bevriend tekenleraar en kunstschilder, vond dat zo sneu dat hij speciaal voor mij een schilderij maakte. Ik kon niet bevroeden dat ik daar uiteindelijk veel gelukkiger mee was.

21 nov 2012 – 645

Aan de beurt

Wieringen is dit najaar flink aan de beurt geweest. Wat de regen betreft, bedoel ik. In oktober is meer dan 200 millimeter regen gevallen, ruim het dubbele van wat gangbaar is.
Door alle drassigheid konden lang niet alle gewassen worden geoogst. De gele maïsstengels staan troosteloos te wachten op de combine die hen uit hun lijden moet verlossen.
Ook de aardappels zijn niet allemaal gerooid. Landelijk gezien zit er nog zeker vijf procent in de grond. Gelukkig klimmen de aardappelprijzen tot ondenkbare hoogte. Alleen zijn daar de patatbakkers weer niet tevreden mee.
Het weer is nooit wat het moet zijn.

20 nov 2012 – 644

Komkommergroei

Hoe vaker Mark Rutte roept dat we in een ‘fàntàstísch’ land leven, des te minder ik het geloof. De cijfers geven mij inmiddels gelijk.
Met de huizenmarkt als molensteen om onze nek, zakken we naar Zuid-Europees peil. ‘U kunt gerust 110 % hypotheek krijgen, hoor. We hebben het toch goed in Nederland?’ Zij een dikke provisie, wij een joekel van een restschuld.
Nu pas wordt duidelijk, althans voor ons leken, dat de economische groei al die jaren gelijkenis vertoonde met het kunstmatig opkweken van komkommers. Ze passen niet meer in een groentela, maar qua smaak passen ze daar nòg minder.

19 nov 2012 – 643

UKV

Ik herinner mijn grootvader vooral als een man van weinig woorden. Aan tafel was deze zwijgzaamheid zelfs een vereiste. Zijn gewoonte om op elke hap 32 keer te kauwen slokte nagenoeg alle spreektijd op.
Als hij een kaart stuurde – voor je ‘jaardag’ of als hij met vakantie was – volstond hij met de boodschap ‘h.g. Opa’. De ‘g’ kon groeten en gefeliciteerd betekenen.
Elk goed verhaal heeft een begin, midden en eind. Dat geldt ook voor ‘h.g. Opa’, met de spatie als rustbrengend centrum.
Mijn grootvader was de verteller van het ultrakorte verhaal. Ook het UKV verdient een literaire plaats.

18 nov 2012 – 642

Opa

Mijn grootvader was gebiologeerd door de geschiedenis. Sinds hij in het rusthuis woonde kwam hij elke dinsdag bij ons eten. Nadat hij onze boxer afwerend had begroet – ‘ja, je bent lief’  – pakte hij een deel van de kleine Winkler Prins uit de boekenkast. Die encyclopedie was hij bezig van voor tot achter te spellen.
Toen hij nog bovenmeester was in Waverveen, liet hij uit Amsterdam dozen met boeken overkomen. Hij was niet zozeer van de verbanden, als wel van de feiten. Daarmee schreef hij schriften vol. En soms was hij boos: op wat de Engelsen Ierland hadden aangedaan.

17 nov 2012 – 641

Koentjes

Een waterhoentje maakt toilet op een wilgentak bij de slootrand. L. keurt hem nauwelijks een blik waardig. Daar komt een meerkoetje aanzwemmen. Nu gaat L. als een bezetene te keer, helemaal als het zich onder de rietkraag verstopt. Wat is er tergender dan de aanwezige, onbereikbare prooi?
In betere tijden hield ik kantoor aan de Herengracht. Vanuit mijn werkplek keek ik uit op een halfgezonken roeibootje, waarop het echtpaar meerkoet een reusachtig nest had gefabriceerd. 
In de deining van passerende schepen waren ze voortdurend bezig de boel bij elkaar te houden. 
En dat alles in de stad van Job Cohen.

16 nov 2012 – 640

Heft

‘De burger neemt het heft in handen,’ zegt hoogleraar transitiemanagement Jan Rotmans in de Volkskrant. De tuinsproeiermodellen van het CPB zijn achterhaald. Geloof niet in die mistige boodschap dat het binnenkort weer goed komt.
De crisis is een gouden kans om het crisismonster te overwinnen. Een veelkoppig monster, want het gaat niet alleen over geld, maar ook over energie, grondstoffen, klimaat en overheid.
Ik loop mijzelf wakker met L. Een mistig dorp licht op in de prille zon. Schapen grazen op het witberijpte land. Tientallen steenlopertjes dribbelen langs de zee. Ik kijk in mijn handen en zoek naar het heft.

15 nov 2012 – 639

Verhaal

Sinds ik dagelijks 100 woorden voorlees op de radio word ik daar in het dorp af en toe over aangeschoten. Zoals laatst bij de voetbaltraining, toen het plensde van de regen. J. keek bewonderend naar mijn korte broek: ‘Zo, jij durft! Daar ga je zeker een radiocolumn over schrijven?’
Voordat je er erg in hebt, ben je een BW’er, een Bekende Wieringer. Daar is overigens niet veel voor nodig want hier kent bijna iedereen iedereen.
Ze komen er nu ook achter dat ik soms over ze schrijf. Het is niet anders. Het verhaal zit in het land en de mensen.

14 nov 2012 – 638

Pleegdochters

‘Weet je nog wat je het liefst wilde hebben?’ vroeg ik aan mijn oudste pleegdochter toen ze zes was, nu tien jaar geleden. Ze zat op schoot en keek me verwachtingsvol aan. ‘Een hond?’
‘Nee,’ zei ik. ‘Iets wat je nòg liever wilde.’
‘Een zusje?’
Ik knikte. Uitgelaten sprong ze door de kamer. Een maand na de komst van haar pleegzusje vroeg ze: ‘Kan ze nu weer weg?’
Er is nog steeds een groot tekort aan pleeggezinnen. Afgelopen weekend was daarvoor een promotieactie: 'Ontdek de pleegouder in je buurt.’ Pleegzorg werkt, vertellen twee meiden mij dagelijks zonder het te zeggen. 

13 nov 2012 – 637

Grote witte

In de herstige nevel staat een beeld. Een spierwit en rijzig beeld. Midden in het land. Roerloos, zoals de beelden van vlees en bloed op de Dam. Alleen hoeft dit beeld er geen handel mee te drijven, met het beeld zijn. Laat staan dat het zich in goud- of zilververf moet dopen om op te vallen.
Zilver zit overigens al in z’n naam. Merkwaardig, want in de grote zilverreiger valt geen zilver te ontdekken. Ook zijn bewegingen kun je moeilijk kwikzilverachtig noemen. Zoals zijn Latijnse naam luidt, zou ik hem graag noemen. Grote witte reiger.
Het zal hem worst zijn.

12 nov 2012 – 636

Rilling

Ik zie op tegen het moment dat ik onder de warme douche stap. De korte rilling die over mijn lijf rolt, heeft juist het effect van een koude douche. Natuurkundigen vinden daar ongetwijfeld plausibele verklaringen voor, maar voor mij blijft het tegennatuurlijk.
Ik kende iemand die een afkeer had van warm geld. Als hij in de winkel stond zag hij op tegen het wisselgeld. Muntstukken die te lang in andermans handen hadden gelegen, zouden nu in zijn hand terechtkomen.
Ik heb hem al lange tijd niet meer gezien, maar ik weet zeker dat hij heel gelukkig is met de pinpas.

11 nov 2012 – 635

Innemers

In Volendam wordt gemiddeld meer cocaïne gesnoven dan in Parijs. Eén lijntje op veertig inwoners per dag. Ook zijn de palingdorpers grootgebruikers van xtc.
De televisiedocumentaire Het verdriet van Westfriesland bood laatst een aangrijpend beeld van depressies en zelfdoding onder jongeren, niet zelden aangewakkerd door alcoholgebruik.
Wieringse jongeren zijn eveneens stevige innemers, van bier maar tegenwoordig ook van dope. Depressiviteit komt ook hier meer voor dan je denkt, zegt een goed ingevoerde dorpsgenoot.
Net als in Volendam is op Wieringen indertijd een project Moedige moeders gestart. Ik hoor daar weinig meer van. Hopelijk hebben zij níet de moed laten zakken.

10 nov 2012 – 634

Senseo

Ooit schreef Frans Pointl de verhalenbundel De kip die over de soep vloog. De titel verwijst naar een uitspraak van zijn moeder. Die beklaagde zich in een restaurant over de smakeloze kippensoep: ‘Ober, volgens mij is de kip over de soep gevlogen.’
Aan deze gevleugelde uitdrukking moet ik altijd denken als ik Senseo drink. Alsof een koffieboon in warm water is gedrenkt. De bestuursvoorzitter van Senseo bekende onlangs dat ze te weinig koffie in de pads hebben gedaan. Eerlijkheid achteraf is al even smakeloos.
Wanneer begint Youp van ‘t Hek de actie ‘Het is heet en ik proef geen koffie?’

9 nov 2012 – 633

Premieoproer

Ligt het nou aan mij of zie ik overal koopkrachtplaatjes in de lucht? De vegerige wolk lijkt verdomd veel op de statistiek met puntjes die het Centraal Planbureau presenteerde. Ik vraag me af of in die wolk ook mijn koopkrachtplaatje zweeft. In ieder geval niet ter hoogte van de regenboog.
De stampij rond de ziektekostenpremie wordt ook wel het Premieoproer genoemd, naar analogie met het 19de-eeuwse Palingoproer in de Jordaan.
Ik zie die boze VVD’ers niet massaal in opstand komen. Al zou ik Hans Wiegel graag eens horen roepen: ‘Motte we naar de Dam, dan gaan we naar de Dam.’

8 nov 2012 – 632

Gaai

De gaai heeft bij mij altijd in een wat duister daglicht gestaan. Een typisch geval van een jeugdtraumaatje.
Op de lagere school werden we voorgelezen uit een boek over een eekhoorn. Daarin speelde de gaai een soort van boevenrol. Eikels jatten, herrie trappen, medebosbewoners terroriseren, allerlei vervelende geintjes haalde hij uit.
Laatst stond er een gaai voor m’n raam. Toen zag ik hoe mooi hij is. Een pastelachtig roestbruin lijfje met een kleurrijk verenrokje. Zoals je bij primitieve volkeren wel ziet.
Waarom hij ook wel Vlaamse gaai wordt genoemd is mij niet duidelijk. Een gevallen frietje zal hij zeker oprapen.

7 nov 2012 – 631

Keukentafel

Van polariseren naar polderen: ik moet er nog behoorlijk aan wennen. Tijdens de verkiezingscampagne probeerden Rutte en Samsom elkaar nog bij de enkels af te zagen. Nu hebben ze in vliegende vaart een regeerakkoord in elkaar getimmerd. Of dat bouwwerk een herfstige polderwind kan doorstaan, is afwachten.
Het aardige is wel dat het allemaal begonnen is aan de keukentafel, thuis bij een collega. De keukentafel is dé plek waar Nederlanders hun geldzaken doornemen. Ik zie het voor me: Mark en Diederik die onder een bleek spaarlampje hun huishoudbeurs omkieperen.
Vincent van Gogh had er ongetwijfeld een leuk schilderijtje bij bedacht.

6 nov 2012 – 630 

Donker

Noord-Holland wordt elk jaar vijf procent lichter. Niet in gewicht, maar qua licht.
Het gebruik van kunstlicht neemt hand over hand toe. Steden als Amsterdam en Alkmaar, Schiphol, de IJmond en de kassen bij Aalsmeer en Heerhugowaard zijn de sterkste lichtbronnen.
Wieringen behoort, met Texel en de Wieringermeer, tot de zeldzame donkere plekken van Noord-Holland. Dat is gunstig voor de leefomgeving en het bioritme van dieren.
Ook voor hen moet het een opluchting zijn dat het Wieringerrandmeer is afgeblazen. Geen 2100 oplichtende huiskamers en honderden extra koplampen en lantaarnpalen.
De volle maan is ons trouwe licht in de duisternis.

5 nov 2012 – 629

Blues

Met de Amerikaanse presidentsverkiezing in aantocht komen alle media met Amerika-specials. In de veronderstelling dat het hier ook gaat leven.
‘Wat is het beste dat de Verenigde Staten hebben voortgebracht?’ vraagt NRC Handelsblad aan zes burgemeesters. Een onzinnige vraag waarop hoofdzakelijk onzinnige antwoorden komen. De een noemt de A-bom, een ander de motorfiets en een derde de ruimtevaart.
Het origineelste antwoord komt van de burgemeester van Waddinxveen. Hij kiest de bluesmuziek, muzikale erfenis van de slavernij en voorbeeld voor The Beatles, Stones en andere popgiganten.
Meteen zet ik Robert Johnson op. Me and the devil was walkin’ side by side.

4 nov 2012 – 628

Nooitgedacht

Ik zit in de trein naar Amsterdam. Bij station Castricum valt mijn oog altijd op Hoeve Nooitgedacht. Ingeklemd tussen het spoor en volle parkeerterreinen.
De naam staat in schoonschrift geschreven op een vaalgroene staldeur. Het voorhuis gaat verborgen achter struikgewas. Tussen de vervallen bijschuren staat een oude trekker. Daarachter iets wat ooit een paardenbak moet zijn geweest.
Op internet zie ik dat Hoeve Nooitgedacht te koop staat. De objectbeschrijving beslaat welgeteld drie regels. De prijs van deze ‘ontwikkelbare lokatie’ moet nog worden overeengekomen. Dat is een eufemisme voor platgooien en nieuwbouw. 
Aan Hoeve Nooitgedacht wordt straks nooit meer gedacht.

3 nov 2012 – 627

Gedichtstaren (6)

‘Midden in vele bezigheden’ van Tadeusz Rózewicz (100w 617) gaat over de dood. Sterven is ook een levenstaak en het is zaak die niet te veronachtzamen.
De dichter heeft – drukdrukdruk – die plicht verzuimd. Lichtzinnig zelfs, zonder na te denken over de gevolgen. Als hij soms die plicht vervulde, was dat oppervlakkig. Kortom, serieus was hij er niet mee bezig.
Dan komt hij tot inkeer. ‘Vanaf morgen wordt alles anders / begin ik met zorgvuldig sterven’. En dat gebeurt, schrijft hij, ‘verstandig optimistisch / zonder tijdverlies’. Dat woordje ‘optimistisch’ is fraai: in plaats van lichtzinnig wordt het sterven licht.

2 nov 2012 – 626

Tolweg

De overheid doet een poging om de kloof met mij als burger te dichten. Het gapende gat dat de afgelopen jaren werd geslagen door mislukte projecten, risicovolle spaarbeleggingen en sjoemelende bestuurders moet niet groter worden, vindt men kennelijk in Den Haag.
Dus viel bij ons zomaar een schrijven van het ministerie van infrastructuur en milieu in de bus. Binnenkort vindt er groot onderhoud plaats aan de weg tussen De Kooy en Den Oever. Ook is er een inloopavond in de plaatselijke taveerne.
Toe maar, wat een attentie, moeten ze soms wat van me? Misschien wordt de N99 straks wel een tolweg.

1 nov 2012 – 625