Vroeg

We behoren vandaag tot de vroege vogels, L. en ik. R. is in alle vroegte met hoofdpijn op de fiets gekropen. L. kwam vrolijk haar mand uit en besloot dat ze helemaal klaar was voor het rondje dijk.
Voor de echte vogels is de werkdag allang begonnen. Op het drooggevallen wad is het tureluurtjestijd. Ik tel er zeker vijftig. Driftig pikkend en af en toe roepend.
De veerboot naar Texel schuift langs de horizon. Een vrouw rijdt met haar paard rondjes in de bak. De dingen die terugkeren zijn overal. Dit is een morgen van troost, zou J.J. Voskuil zeggen.

31 mei 2012 – 482

Bladvulling


Mijn lijfcourant wordt tegenwoordig geleid door een commercieel baasje. NRC Handelsblad komt af en toe met een extra weekendbijlage, getiteld ‘De Luxe’. Een glossie, heet zoiets in tijdschriftenjargon.
Gastredacteur is BMW-ontwerper Adrian van Hooydonk. Die zorgt ervoor dat 64 pagina’s lang de heilige koe ongegeneerd mag loeien.
Ik kan de pagina’s bijna niet omslaan, zo kleverig zijn ze. Alsof ze zijn gedrenkt in een van de champagnes die in het blad worden aangeprezen.
Snel mieter ik deze reclamekrant in de oudpapierbak. Daarna sla ik het hoofdkatern open. Een grote BMW-advertentie vult pagina 2/3. Peter Vandermeersch nomineer ik voor Reclameman 2012.

30 mei 2012 – 481

Wijsheid

In deze financieel ongelukkige tijden wordt regelmatig onderzoek gedaan naar hoe gelukkig we zijn. Dat lijkt de goden verzoeken. Maar gelukkig is de uitkomst telkens weer dat de Nederlanders tot de gelukkigste volkeren op aarde behoren. Ook ik moet mijn geluk dus blijkbaar niet op kunnen.
In een interview met de Franse filosoof Frédéric Lenoir las ik dat niet geluk het ultieme doel van het leven is, maar wijsheid. Daarmee wordt het leven er allesbehalve eenvoudiger op.
Niet voor niets luidt een gevleugelde uitspraak: wat is wijsheid? Met wat geluk vind ik een begin van een antwoord op die vraag.

29 mei 2012 – 480

Zetje

Vorig jaar schreef ik dat de mooiste kuikens die van de kievit zijn. Zolang ik geen mooiere kuikens ken, is dat een stelling die ik kan onderbouwen. Inmiddels heb ik het grut van de kluut gezien – lichtgrijs, op hoge pootjes – en ben ik aan de twijfel geraakt.
Met z’n drieën lopen de kluutjes langs de kleine poel die nog over is van de ondergelopen ijsbaan aan de dijk. De krachtige zon en droge wind blazen het laatste water snel van het land. Plots arriveren twee mannen met een slang en een pompje.
Ongevraagd krijgt de natuur een zetje.

28 mei 2012 – 479

Wiegel (2)

In de tijd van het kabinet-Den Uyl (1973-1977) was Hans Wiegel leider van de oppositie, of zoals hij het zelf zei ‘opposiesie’. Steevast had hij het over ‘samen de schouders eronder’ en ‘de broekriem aantrekken’. Het bracht weekblad Vrij Nederland ooit tot de grap ‘samen de schouders onder de broekriem’.
Na twee vice-premierschappen in de kabinetten-
Van Agt ging Wiegel het bedrijfsleven in. Minder bekend is dat hij daarnaast allerlei bijbanen heeft/had in de vastgoedwereld. Zijn naam wordt ook genoemd in het fraudeonderzoek naar het reilen en zeilen van Ton H., oud-gedeputeerde van Noord-Holland. H. is een boerenhufter, Wiegel een boerenslimmerik.

27 mei 2012 – 478

Wiegel

‘De koek is op, meneer Van Meekren.’ Dat zei Hans Wiegel ooit in een uitzending van Avro’s Televier Magazine, op een vraag over de verdeling van de welvaart.
Bij Wiegel is de koek nooit op. Al te graag laat hij zich nog interviewen, waarbij hij als in zijn beste politieke dagen recht in de camera kijkt – daar zitten ‘de mensen in het land’.
Aan inhoud heeft Wiegel een broertje dood. Hij is de belichaming van het politieke spel. Geert Wilders beheerst die kunst ook.
Wiegel is enthousiast over Emile Roemer(SP). Gezien de politieke peilingen lijkt dat op een judaskus.

26 mei 2012 – 477

Birds

En ik maar denken dat die grutto ons met een lentelied wil verblijden. Mooi niet. Hij zet keihard de aanval in en ik kan nog net mijn hoofd intrekken. L. kijkt met verbaasde blik naar boven en daarna naar mij. Hitchcock-achtige taferelen op Wieringen, ik sta nergens meer van te kijken.
Birds(1963), naar een novelle van Daphne du Maurier, vind ik een angstaanjagende film. Misschien komt dat vooral omdat de gewelddadige vogels – kraaien en meeuwen – normaal gesproken geen mensen aanvallen.
Er zijn meer films over natuurwraak gemaakt. Dat zegt alles over de mens en niets over de natuur.

25 mei 2012 – 476

Tiggelaar

Ben Tiggelaar weet alles van managen en veran-deren. Om preciezer te zijn, hij weet alles van anderen die alles van managen en veranderen weten. Zelf heeft Ben nooit leiding gegeven. Dat geeft niets. Emile Ratelband was ook patatverkoper toen hij het goeroelicht zag.
Jaarlijks organiseert Tiggelaar het seminar MBA in één dag. In acht uur tijd jaagt hij er acht meter managementkennis doorheen. Daar komen 2000 mensen op af die grif 1000 euro betalen om te horen hoe ze hun gedrag kunnen veranderen.
Was er in mijn studietijd maar zoiets. De universiteit in één dag. En daarna aan het bier.

24 mei 2012 – 475

Opsteker

Ik weet niet anders dan dat Nederland een economisch eldorado was. Ooit mochten we zelfs aanschuiven bij de G7 van grote industriële mogendheden, al was het meer meeluisteren dan meepraten. Maar toch: eeuwen na de Gouden Eeuw was de VOC-mentaliteit springlevend.
Nu is alles anders. De crisis heeft toegeslagen en europees en economisch gezien staan we inmiddels in het rechterrijtje. Voor niet-sportliefhebbers: dat is in de onderste regionen.
Qua krimp verkeren we in het gezelschap van landen als Spanje, Italië en Portugal. Misschien profiteren we straks extra van het Europese noodfonds. Een sigaar uit eigen doos, maar wel een opsteker.

23 mei 2012 – 474

Hooggevoelig

Sinds jaren doen we weer een rondje Vondelpark. Gezellige drukte, vertrouwde paadjes. Op het boerenlandje broedt een ooievaar. Een groter compliment kan de stadsecoloog niet krijgen.
L. loopt onwennig door het park. Voortdurend kijkt ze op en om. Er lopen te veel mensen, zodat ze ons snel kwijt is. Het is dat ze goed luistert, anders had ze allang onder een fiets gelegen.
Plotseling raakt ze in paniek. Ze rent terug in plaats van met ons mee. Pas na lang roepen en wachten komt ze weer bij me. Ze beeft als een gek. Te veel prikkels voor een hooggevoelig hondje.

22 mei 2012 – 473

Plezier

Sommige stadse vrienden – vooral degenen die zichzelf voorgenomen hebben nooit uit de stad te verhuizen – vragen geregeld of we er nog met plezier wonen, in dat verre noorden. Alsof ze niet van de verbazing kunnen bekomen en blijven denken dat we ooit tot inkeer komen.
Het is maar goed dat er veel stadliefhebbers zijn. Daardoor kom ik zelfs op een zonnige zaterdag bijna niemand tegen aan de dijk. Ik beluister de lentesymfonie van het weidevogelorkest en bewonder de jonge kievitjes die de ouderlijke dribbelpasjes al aardig onder de knie hebben.
Het plezier dient zich hier als vanzelf aan.

21 mei 2012 – 472

Uiterlijk

Van mijn ouders heb ik geleerd dat je mensen niet op hun uiterlijk mag beoordelen. Die passage uit de opvoeding probeer ik in ere te houden. Maar bij sommige gezichten wil ik evengoed weten hoe het zit. 
Zoals bij Sybrand van Hazelip Buma. Had hij er nou echt een en heeft hij zich laten helpen? Of heeft hij zich ooit een stuk in de lip gezopen? Misschien is hij wel met het schaatsen tegen de prikstok van een rayonhoofd geknald.
Zo’n onvolkomenheid geeft iemand iets sympathieks. Terwijl je weet dat Buma ons straks weer gewoon kan uitleveren aan de PVV.

20 mei 2012 – 471

Smoelenboek

Facebook is naar de beurs gegaan en de eigenaren, onder wie een paar snotjochies, zijn opeens miljardair geworden.
Het succes van dit elektronische smoelenboek zit ‘em in de laagdrempeligheid en gebruikersvriendelijkheid. Iedereen mag meedoen en kan ook simpelweg meedoen.
De gigantische beurswaarde van Facebook is te danken aan al die miljoenen gebruikers. Daardoor stroomden adverteerders massaal toe. Ik lees de advertenties die ik eigenlijk nooit lees: ‘Koop Facebook aandelen’ (die zijn volgens mij niet meer te koop), ‘Zuinig met uw prostaat’ (hoe doe ik dat, spaarplassen?), ‘Snel geld verdienen’ (bij het Casino... ja dahag!).
Facebook is de ultieme kapitalistische droom.

19 mei 2012 – 470

Knotwilg (3)

Ik denk maar steeds: dit is de laatste wilg in een rij van soortgenoten die reeds gesneuveld zijn. ‘Dien ouden kanjer’, zoals Van Gogh hem in een brief omschreef, stond zo te zien op z’n laatste wortels. De andere wilgen hebben dan waarschijnlijk gestaan achter waar de schilder zich bevond. 
Het tafereel doet me denken aan het Luijendijkje, dat van Amsterdam-Noord naar Landsmeer loopt. En zo zijn er vast nog tientallen van dat soort wilgenweggetjes.
Die oude donkere kanjer, een soort boom van een aardappeleter, zorgt voor subtiele diepte- en lichtwerking. Rembrandt zou net zo bewonderend hebben gekeken als ik.

18 mei 2012 – 469

Knotwilg(2)

Op de achtergrond van Van Goghs aquarel Knotwilg is het Haagse station Rhijnspoor te zien. Ooit was dit het eindpunt van de spoorlijn Den Haag-Gouda-Utrecht. Op die plaats staat nu het Centraal Station.
Van Gogh bevond zich ten noordoosten van het station, waarschijnlijk op een wandelpad aan de rand van het Haagse Bos, noordwestelijk van de Bezuidenhoutseweg. Het Bezuidenhout, een drassig veengebied, was aangewezen voor stadsuitbreiding. De bebouwing kwam echter nauwelijks van de grond.
Voor het station waren ook huizen gepland. Pas in 1883 ging de gemeente daar vaart mee maken. Eén jaar na het schilderen van Knotwilg. Melankoliek verleden.

17 mei 2012 – 468

Knotwilg

In 1882 schilderde Vincent van Gogh de aquarel Knotwilg. Vorige week is het voor 1,58 miljoen euro aangekocht door het Van Gogh Museum. Het schilderij past in de traditie van de Haagse School. Van Gogh had in die jaren les van neef Anton Mauve. Diens invloed is duidelijk zichtbaar.
Het schilderij wordt gedomineerd door een verrotte knotwilg die ‘melankoliek’ (Van Gogh) over een sloot hangt. Over het weggetje ernaast loopt een wandelaar. Het lijkt geen stadsmens maar een boer in nette kiel. Z’n pet lijkt naar links te wijzen. Waar hij naar kijkt? Dat is het geheim van de schilder.

16 mei 2012 – 467

Eilandregel

Zou Wieringen ook beantwoorden aan de ‘eilandregel’? Ik las namelijk in de krant dat op Kreta 800.000 jaar geleden een dwergmammoet moet hebben geleefd. Op een Italiaans eilandje kwam een reuzenegel voor, op Menorca een reuzenkonijn en op Mallorca een dwerggeit.
In de besloten eilandgemeenschap konden dieren ongestoord hun leven leiden. Met als gevolg dat, bij gebrek aan concurrentie, grote soorten kleiner werden en kleine soorten groter. Evolutiekenners noemen dit verschijnsel de ‘eilandregel’.
In het verre verleden zouden op Wieringen misschien wel dwerghertjes kunnen hebben geleefd, of megakieviten. Een minikiekendief zou zich dan twee keer bedenken om megakievit-kuikentjes te roven.

15 mei 2012 – 466

Zondag

We lopen langs de binnenkant van de dijk. De stralend blauwe hemel kleurt prachtig bij de frisgroene tinten van het land.
In het veld vol boterbloemen proberen twee tureluurs een groepje kauwen te verjagen. Aan de heldhaftigheid waarmee zij hun kroost verdedigen, kan de mensheid soms een voorbeeld nemen.
Verderop ziet een haas kans om ongezien de dans met L. te ontspringen. Die is trouwens druk in de weer om in het hoge gras naast een prooi te grijpen. Voor de zoveelste keer is de muis of kikker haar te snel af. Of te slim, daar wil ik vanaf wezen.

14 mei 2012 – 465

Niet worden

‘Dat gaat ’em niet worden.’ Kent u die uitdrukking? Misschien heeft dominee Gremdaat hem al aan de orde gesteld, want je hoort hem van links tot rechts, deze variant op ‘het wordt niks’.
De eerste keer dat ik ’em hoorde, was uit de mond van de meester van N. Zelf gebruikt ze ’em nu ook regelmatig. Bij haar heeft het gelijk iets koddigs, omdat ze er opeens volwassen door lijkt.
Wie is die ’em die het niet gaat worden? Hij lijkt wel familie van diegene in ‘hij knijpt ’em’ en in ‘hij smeert ’em’. Probleem is: ’em is nog niemand.

13 mei 2012 – 464

Zelfredding

‘Burgers hebben aandacht nodig,’ zegt sociaal-psycholoog Hans Boutellier in NRC Handelsblad over de aftakeling van de huidige samenleving. Tsja, wie heeft er geen aandacht nodig?
‘We snakken naar leiders waar we vervolgens niet naar zullen luisteren,’ zegt hij voorts. Ligt dat aan ons of aan de leiders?
In hetzelfde stuk plaatst historicus James Kennedy bij het terugdringen van de verzorgingsstaat de kanttekening: ‘Je hebt mensen nodig om de samenleving bij elkaar te houden.’ Is dat niet de Job Cohen-gedachte die bijna alom verketterd werd?
We lijken reddeloos verloren. Ik kijk naar onze tuin die ongenadig bloeit. Die redt zich best.

12 mei 2012 – 463

Kluut

Twee kluten staan aan zee. Je kunt ze niet missen, met hun naar boven gebogen snavel. Uniek in Europa, schijnt het. Bij de wulp gaat de kromming juist neerwaarts. Ook al vissen ze in dezelfde wadvijver, door hun verschillende eetgewoonten zijn ze kennelijk evolutionair uit elkaar gegroeid.
Evolutie, we kunnen niet zonder. De evolutie-bioloog Stephen Jay Gould schreef in zijn essaybundel  The Flamingo Smiles hoe de flamingo geleidelijk ondersteboven ging eten. Vanuit dat oogpunt blijft hij toch een lachebekje.
Het vermogen tot aanpassen zit in onze genen. Het verklaart ook waarom Mark Rutte heel goed kon regeren met de PVV.

11 mei 2012 – 462

Terugkijken

Politici houden niet van terugkijken. In het gewone leven, zeg niet-politieke situaties, vinden we het heel normaal om te evalueren en te reflecteren. Leren van je fouten, heet dat. Zodat hopelijk die fout niet weer wordt gemaakt. En dat het misschien verstandiger is dat iemand niet terugkeert in eenzelfde functie.
Het megalomane Wieringerrandmeer-project kostte de provincie Noord-Holland zo’n 30 miljoen. De meeste politieke hoofdrolspelers hebben het er niet meer over. Uw geld, mijn geld, foetsie.
Henk Bleker wil niet terugkijken op de samenwerking met de PVV. Groot gelijk, Henk. Er is ook niets gepresteerd om op terug te kijken.

10 mei 2012 – 461

Van het land


Zelden ben ik zo een boek in getrokken als bij  De Buddenbrooks van Thomas Mann. De kroniek van een koopmansgeslacht uit Lübeck begint met een copieus diner voor familie en vrienden. Een ideaal tafereel om iedereen voor te stellen en een voorproefje te geven van onderlinge verhoudingen.
Prachtig beschrijft Mann hoe de hoofdpersoon iets aan een keukenmeid vraagt. ‘Haar gezicht werd even rood als haar armen, want ze was van het land en raakte gemakkelijk in verwarring.’ Rang en stand, stad en platteland, lichaam en gemoed: waar andere schrijvers bladzijden voor nodig hebben, volstaat bij Mann één zin. Achteloos mooi.

9 mei 2012 – 460

Napimmen (2)

Toch nog even napimmen. Op internet staat een van Fortuyns laatste interviews – voor de ‘links-corrupte’ VPRO. Een uur lang tettert hij tegen de PvdA (Partij van de Aftocht), de Linkse Kerk, de politieke correctheid, Amsterdam(?) en de verloederde volkswijken waar vrouwen je niet durven aankijken.
Oplossingen draagt hij nauwelijks aan, ondanks dat hij zelf zegt dat ‘het grootste deel van het gesprek over oplossingen gaat’. Of wacht: Marokkaanse rotjochies moet je de straat laten vegen. En er moeten meer prullenbakken komen.
Hilarisch is wat hij over Italië zegt: ‘Het toonbeeld van openbaar bestuur’. Gekte is de valkuil van slimheid.

8 mei 2012 – 459

Napimmen

Ik kan geen krant opslaan, radio aanzetten of website bekijken of er staat iets over Pim. Pim wie? Pim Fortuyn, als u het nog niet wist, maar iedereen zegt Pim. Vooral de mensen die hem kenden of op hem zouden stemmen.
Nu gaat het over ‘10 jaar na Pim’. Hoe staat Nederland ervoor? Alsof de tragische dood van Fortuyn een caesuur in onze geschiedenis zou hebben betekend. Ik heb dat nergens overtuigend zien betoogd.
Zelfs de serieuze kranten zijn aan het napimmen. Zoals de politieke partijen de immigratiegedachten van Fortuyn stevig omarmen. Tien jaar na Pim viert het opportunisme hoogtij.

7 mei 2012 – 458

Zeurzakje

‘Waar zijn je putten?’ De straatveger is nog niet vertrokken of D. is al ter plaatse om het nieuwe wegdek te inspecteren. De man die alles beter weet wordt ditmaal vergezeld door hond èn vrouw, die ook graag een duit in het zeurzakje doet.
Zij: ‘Die putten ben je kwijt hoor.’
Hij: ‘Ze hebben ze gewoon volgestort.’
Wat nu, denk ik, ruw gewekt uit mijn euforie over ons herboren laantje. Twee dagen later komt de opzichter langs. Hij weet precies waar de putten verborgen liggen. ‘Volgende week worden ze uitgegraven en weer op hoogte gebracht.’
Laat D. het niet horen.

6 mei 2012 – 457

Herdenken

De Hippolytuskerk is tot de nok gevuld. Het verhaal van Lex Lesgever, een 13-jarige joodse onderduiker uit Amsterdam, wordt verteld en gespeeld. Na veel omzwervingen vond hij in 1943 permanent onderdak in Roelofarendsveen. De opgejaagde wilde werd weer een jongen.
Tussendoor zingen we stemmige liederen. N. stoot mij aan en fluistert: ‘Pap, zing niet zo hard.’ Op de tocht naar de begraafplaats ben ik extra stil.
Een koude wind dringt door de heg. De lokale trompetexpert blaast de Last Post. Zelfs de grutto’s houden de adem in. Veteranen salueren. Kinderen leggen bloemen. Op Wieringen word je niet licht vergeten.

5 mei 2012 – 456

Frank Foebele

Als Ajax-fan op afstand – sinds het afbreken van stadion De Meer heb ik nooit meer een competitiewedstrijd bezocht – vier ik het kampioenschap op ingetogen wijze binnenskamers.
Frank de Boer wist Ajax weer aan het ‘foebele’ te krijgen. Dan kom je in Nederland al snel bovendrijven als club. Bovendien is hij een trainer van de ouderwetse gestampte pot. Toen Jan Vertonghen op de training een bal over de sloot schoot, beval De Boer hem dat hij eerst de bal moest halen. Godverdegodver, vloekte Jan en hij ging mokkend op pad. 
Zonder deze oude voetbalregel was Ajax nooit kampioen geworden.

4 mei 2012 – 455

IJ-oever


Ik wandel langs de IJ-oever, over de Veemkade. Ooit was dit gebied het kloppend hart van de 19de-eeuwse handelshaven.
De grote pakhuizen zijn stuk voor stuk omgetoverd tot luxe-appartementencomplexen. Op elk minibalkonnetje waar de zon nooit komt, figureert een bistrosetje. Een kwestie van over je eigen schaduwzijde springen.
Amsterdam heeft het IJ herontdekt. Hier wordt het goud niet meer verdiend, maar uitgegeven. In ambitieuze interieurwinkels, loungecafés met gratis internet en weelderige welnessstudio’s.
De kade zelf bestaat nog steeds uit aan elkaar geketende caissons. Een historische knipoog naar de vooruitgang. Een keurig geplaveide wandel-boulevard zou hier misstaan. Zonder rafels geen schoonheid.

3 mei 2012 – 454

Marktsamenleving

We leven niet in een markteconomie maar in een marktsamenleving. Dat zegt de Amerikaanse filosoof Michael Sandel. De markt, dat was toch ooit de verzameling kraampjes waar het naar drop, kaas en stroopwafels rook? Nu staat het voor het onzichtbare gehannes tussen vraag en aanbod.
De mensheid heeft collectief schuld, is ons door het christendom aangepraat. De wereld blijkt nu ook één groot verdienmodel te zijn, vertelt het kapitalistische geloof ons.We importeren fair trade-producten uit het armoedzaaiende Afrika, terwijl de eerlijke handel in het westen verziekt wordt door verboden prijsafspraken.
Het wereldverdienmodel is gunstig voor wie het niet verdient.

2 mei 2012 – 453

Gansje

De storm van de ziekte is gaan liggen. Ouderwets fit draaft L. weer langs de dijk. Gelouterd? Misschien. Herboren? Dat zeker.
In de verte loopt een grauwe gans luid gakkend naar beneden. L. jaagt hem (of haar) vrolijk het wad op. Even later zie ik zijn (of haar) partner lopen met drie kuikens.
‘Ga terug het gras in,’ roep ik in mijzelf, tegen beter weten in. Te laat. L. staat trots met een donzig gansje in haar bek. Gelukkig laat ze op commando meteen los. De kuikens houden zich dood tot wij weg zijn. Gans en onnozelheid zijn geen twee-eenheid.

1 mei 2012 – 452